sjouwen

werkw.

Uitspraak:	[ˈʃɑuwə(n)]
Afbreekpatroon:	sjou·wen
Vervoegingen:	sjouwde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesjouwd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iets zwaars) met veel moeite en inspanning dragen

Voorbeeld:	`stenen sjouwen`
Synoniem:	zeulen

2) lopen (met de bijbetekenis dat je er moe van wordt)

Voorbeeld:

`We hebben de hele middag dor de stad gesjouwd.`

Synoniemen

6 definities op Encyclo

•lopen met een zware lading. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
met veel moeite dragen vb: hij sjouwde de tegels naar de tuin Synoniemen: zeulen torsen
1) Tillen 2) Zeulen 3) Sleuren 4) Zwoegen 5) Hard werken 6) Flink werken 7) Moeizaam dragen 8) Meeslepen 9) Torsen 10) Ploeteren 11) Dragen 12) Met inspanning vervoeren 13) Met inspanning dragen 14) Nachtbraken
met inspanning dragen Jaar van herkomst: 1671 (WNT )
seinen vanaf een schip. `Wij sjouwden om loodsen` (Valentijn, Eerste uyt- en thuysreize).

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Kun je in plaats van `Dat pakket weegt veel` ook `Dat pakket weegt zwaar` zeggen? Zie Zwaar wegen / veel wegen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van sjouwen is 'sjouwde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesjouwd'.

'(iets zwaars) met veel moeite en inspanning dragen' en 'lopen (met de bijbetekenis dat je er moe van wordt)'

sjouwen spel je S J O U W E N

Andere woorden voor sjouwen zijn dragen, meeslepen, ploeteren, torsen en zeulen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht