sjoemelen

werkw.

Uitspraak:	[ˈʃumələ(n)]
Afbreekpatroon:	sjoe·me·len
Vervoegingen:	sjoemelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesjoemeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

niet eerlijk omgaan (met iets)

Voorbeeld:	`sjoemelen met de winstcijfers van het bedrijf`
Synoniem:	frauderen

frauderen   knoeien   

• (Amsterdams) beduvelen, misleiden
• 1) Oneerlijk zijn 2) Oneerlijk handelen 3) Frauderen 4) Knoeien 5) Bedrog plegen 6) Ritselen 7) Bedriegen 8) Valsspelen 9) Niet eerlijk doen 10) Zwendelen
• knoeien Jaar van herkomst: 1971 (Aanv WNT )

Toon uitgebreidere definities

• besjoemelen

sjoemelen (knoeien)

Wat is de verleden tijd van sjoemelen?

De verleden tijd van sjoemelen is 'sjoemelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesjoemeld'.

Wat betekent sjoemelen?

'niet eerlijk omgaan (met iets)'

Hoe spel je sjoemelen?

sjoemelen spel je S J O E M E L E N

Wat is een ander woord voor sjoemelen?

Andere woorden voor sjoemelen zijn frauderen en knoeien.

Zoek sjoemelen op Woordenlijst.org
Zoek sjoemelen op Google
Zoek sjoemelen op Wikipedia