Synoniemen
boot bootje scheepje schip schuit stoomschip vaartuig

Spreekwoorden en zegswijzen
• wie in het schuitje zit moet meevaren (=wie ergens mee begonnen is moet dit ook afmaken)
• in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
• in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] een toer strafpeloton.
  • 1) Boot 2) Drinkartikel 3) Kaan 4) Scheepje 5) Vaartuig 6) Bootje 7) Gondel 8) Deel van een weefgetouw 9) Slof 10) Stoomschip 11) Deel van een ballon
  • kleine boot; deel van een weef- of naaimachine waarin het schietspoeltje zit
  • Spreekwoorden: (1914) In iemands schuitje komen (of varen) d.w.z. het met iemand eens worden; eig. met hem gaan varen, zijne partij kiezen; in zijn vaarwater komen (De Arbeid, 10 April 1915, p. 1 k. 2); mnl. in enes pander (korf) comen. In een (of dezelfde) schuit zitten of zijn, in denzelfden toestand verkee...
Toon uitgebreidere definities

Op andere websites
Zoek schuitje op Woordenlijst.org
Zoek schuitje op Google
Zoek schuitje op Wikipedia