de schoonmaak

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['sxonmak]
Afbreekpatroon:	schoon·maak

het weer schoon maken, vooral een woning

Voorbeelden:	`de grote voorjaarsschoonmaak`, `voorjaarsschoonmaak`, `schoonmaakmiddel`
Synoniem:	kuis
grote schoonmaak houden	() `Na de machtswisseling werd er onmiddellijk grote schoonmaak gehouden op alle ministeries.` Synoniem: rigoureus ingrijpen

kuis   kuising   opruiming   reinigen   reiniging   schoonmaken   zuivering   

• 1) Beurt 2) Schoonmaken 3) Grondige reiniging 4) Algemene opruiming 5) Zuivering 6) Poets 7) Opruiming 8) Kuis 9) Reinigen 10) Reiniging
• het schoonmaken, grondige reiniging van het huis

Toon uitgebreidere definities

• schoonmaakactie• schoonmaakbedrijf• schoonmaakbeurt• schoonmaakbranche• schoonmaakdoek• schoonmaakkosten• schoonmaakmiddel• schoonmaakpersoneel• schoonmaakploeg• schoonmaakster• schoonmaakwerk• schoonmaakwoede

• voorjaarsschoonmaak• verhuizingsschoonmaak• eindschoonmaak

Is het 'de schoonmaak' of 'het schoonmaak'?

Het is 'de schoonmaak', want schoonmaak is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die schoonmaak'.

Wat betekent schoonmaak?

'het weer schoon maken, vooral een woning'

Hoe spel je schoonmaak?

schoonmaak spel je S C H O O N M A A K

Wat is een ander woord voor schoonmaak?

Andere woorden voor schoonmaak zijn kuis, kuising, opruiming, reinigen, reiniging, schoonmaken en zuivering.

Zoek schoonmaak op Woordenlijst.org
Zoek schoonmaak op Google
Zoek schoonmaak op Wikipedia