schikken

werkw.

Uitspraak:	[ˈsxɪkə(n)]
Afbreekpatroon:	schik·ken
Vervoegingen:	schikte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geschikt (volt.deelw.)

1) op een passend tijdstip gebeuren

Voorbeeld:	`Als het schikt, kan ik nu wel even langskomen.`
Synoniem:	uitkomen

2) op een bepaalde manier neerzetten

Voorbeeld:

`bloemschikken`

3) (een conflict) door onderlinge afspraak oplossen

Voorbeeld:

`Die zaak is gelukkig geschikt, dus er komt geen rechtszaak.`

aanpassen   behoren   betamen   bijleggen   conveniëren   gaan zitten   gelegen komen   horen   ordenen   passen   plaatsen   regelen   ruzie bijleggen   uitkomen   verzoenen   voegen   

• in der minne schikken (=zonder verder geruzie bijleggen)
Naar de spreekwoorden

• •goed uitkomen.
• je gedragen naar de omstandigheden vb: ik schikte mij naar de omstandigheden Synoniemen: aanpassen conformeren op een gunstig moment gebeuren vb: schikt het u dat ik straks even langskom? Synoniem: uitkomen in een regelmatig patroon neerzetten vb: ze schikte de bloemen in de vaas Synoniem: arrangeren
• 1.regelen Voorbeeld: Gelijk een echte boerin die 't jaren gewend zou zijn een hof te bestieren, regelde en schikte zij het werk voor de aanstaande oogst 2.ordenen, rangschikken Voorbeeld: Met de voorschoot veegde hij 't zweet van zijn wezen, en zonder talmen, de armen nog klaar deeg, schikte hij de h...
• 1) Passen 2) Inrichten 3) Betamen 4) Beredderen 5) Arrangeren 6) Behoren 7) Vallen 8) Een conflict tot een oplossing brengen 9) Berusten 10) Dulden 11) Vinden 12) Horen 13) Neervlijen 14) Netjes neerleggen 15) Bedillen 16) Conveniëren 17) Conformeren 18) Gelegen komen 19) Kwadreren 20) Ordenen 21) Plooien
• Het zoeken naar oplossingen waarmee alle onderhandelingspartijen kunnen leven.

Toon uitgebreidere definities

• schikken in

• beschikken• rangschikken• inschikken• in der minne schikken• herschikken• aanschikken

schikken (regelen, ordenen; gelegen komen)

1. Schrijf je zelfstandige naamwoorden met het achtervoegsel -ing die van een werkwoordelijke uitdrukking zijn afgeleid, aan elkaar? Zie de inderminneregeling / in der minne regelen / het in der minne regelen
2. Wat wordt bedoeld met de termen nevenschikking en onderschikking? Zie Nevenschikking en onderschikking

Wat is de verleden tijd van schikken?

De verleden tijd van schikken is 'schikte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geschikt'.

Wat betekent schikken?

'op een passend tijdstip gebeuren' en 'op een bepaalde manier neerzetten' en '(een conflict) door onderlinge afspraak oplossen'

Hoe spel je schikken?

schikken spel je S C H I K K E N

Wat is een ander woord voor schikken?

Andere woorden voor schikken zijn aanpassen, behoren, betamen, bijleggen, conveniëren, gaan zitten, gelegen komen, horen, ordenen, passen, plaatsen, regelen, ruzie bijleggen, uitkomen, verzoenen en voegen.

Zoek schikken op Woordenlijst.org
Zoek schikken op Google
Zoek schikken op Wikipedia