het risico

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈriziko]
Afbreekpatroon:  ri·si·co
Verbuigingen:  risico's (meerv.)

gevaar voor schade of verlies
Voorbeelden:  `het risico lopen afgewezen te worden`,
`een groot risico nemen`


Synoniemen
gevaar   gewaagonderneming   gok   kans   risicovolonderneming   toeval   waagstuk   

Intensiveringen
Uitdrukkingen die risico betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
aan de rand van de afgrond brengen; aan een zijden draadje hangen;

25 definities op Encyclo
  • De waarschijnlijkheid dat de rendabiliteit lager zal liggen dan gehooptRoerende voorheffing
  • het product van de kans op het optreden van een incident en het ongewenste effect van dat incident
  • •een mogelijk gevaar voor schade.
  • (1) Een gebeurtenis of toestand die zodra hij zich voordoet van invloed zal zijn op het behalen van een of meer van de oganisatiedoelstellingen. (2) De mogelijk van verlies, letsel, nadeel of beschadiging aan personen of goederen van de organisatie of haar omgeving. (3) De mate van waarschijnlijkheid en ernst...
  • kans dat er iets vervelends gebeurt vb: op straat loop je het risico aangereden te worden op eigen risico [als er iets misgaat moet je niet zeuren] dat is niet zonder risico [tamelijk gevaarlijk]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met risico:
risicoanalyserisicoaversrisicobeheerrisicobeoordelingrisicocommunicatierisicodelingrisicofactorrisicofactorenrisicogebiedrisicogedragrisicogemeenterisicogroeprisicohypotheekrisicojongererisicolandrisicoloosrisicomanagementrisiconiveaurisicoprofielrisicospreiding
Toon alle woorden die beginnen met risico

Deze woorden eindigen op risico:
afbreukrisicobedrijfsrisicoziekterisicoveiligheidsrisicosysteemrisicosterfterisicoongevalsrisicoondernemersrisicokredietrisicoinbrekersrisicogezondheidsrisicofaalrisicoeigen risicobrandrisicobesmettingsrisicoberoepsrisicobeleggingsrisicoaidsrisicoaansprakelijkheidsrisico
Toon alle woorden die eindigen op risico

Herkomst volgens etymologiebank.nl
risico (gevaar van schade of verlies)

Taaladvies
  1. Wat is correct: Er is geen risico op inbraak of Er is geen risico van inbraak? Zie Risico van / op inbraak
  2. Wat is juist: de risico of het risico? Zie De / het risico
  3. Welk voorzetsel hoort bij risico, bijvoorbeeld in de zin `Door vet te eten neemt het risico (...) hart- en vaatziekten toe`? Zie Risico op / van hartziekten


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de risico' of 'het risico'?
Het is 'het risico', want risico is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat risico'.
Wat is het meervoud van risico?
Het meervoud van risico is 'risico's'. Eén risico, twee risico's.
Wat betekent risico?
'gevaar voor schade of verlies'
Hoe spel je risico?
risico spel je R I S I C O
Wat is een ander woord voor risico?
Andere woorden voor risico zijn gevaar, gewaagonderneming, gok, kans, risicovolonderneming, toeval en waagstuk.

Op andere websites
Zoek risico op Woordenlijst.org
Zoek risico op Google
Zoek risico op Wikipedia