provoceren

werkw.
Uitspraak:  [provo'serə(n)]
Afbreekpatroon:  pro·vo·ce·ren
Vervoegingen:  provoceerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geprovoceerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

opzettelijk iets doen of zeggen omdat je een reactie wilt uitlokken
Voorbeelden:  `Een goede debater laat zich niet provoceren, hij provoceert zelf.`,
`Voor sommige vrouwelijke Kamerleden is het een sport om op Prinsjesdag een provocerend hoedje op te zetten.`
Synoniemen:  uitlokken, uitdagen


Synoniemen
aanleiding geven tot   aanzetten tot   instigeren   ophitsen   tarten   uitdagen   uitlokken   

Intensiveringen
Uitdrukkingen die provoceren betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
de gordijnen injagen;

5 definities op Encyclo
  • iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken vb: je moet me niet zo provoceren! Synoniemen: uitdagen tarten
  • 1) Uittarten 2) Tarten 3) Uitdagen 4) Opeisen 5) Ophitsen 6) Opvorderen 7) Uitlokken 8) Instigeren
  • strafrecht: het opzettelijk uitlokken van een strafbaar feit ...
  • uitdagen
  • uitdagen Jaar van herkomst: 1567 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
provoceren (uitdagen)

Taaladvies
Waar komt iemand uit zijn tent lokken vandaan? Zie Iemand uit zijn tent lokken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van provoceren?
De verleden tijd van provoceren is 'provoceerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geprovoceerd'.
Wat betekent provoceren?
'opzettelijk iets doen of zeggen omdat je een reactie wilt uitlokken'
Hoe spel je provoceren?
provoceren spel je P R O V O C E R E N
Wat is een ander woord voor provoceren?
Andere woorden voor provoceren zijn aanleiding geven tot, aanzetten tot, instigeren, ophitsen, tarten, uitdagen en uitlokken.

Op andere websites
Zoek provoceren op Woordenlijst.org
Zoek provoceren op Google
Zoek provoceren op Wikipedia