het plan

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[plɑn]
Verbuigingen:	plannen (meerv.)

1) idee over iets dat je zult gaan doen

Voorbeelden:	`plannen maken voor de zomervakantie`, `Dat lijkt me een heel goed plan!`
iets van plan zijn	(het voornemen hebben iets te gaan doen)

2) beschrijving van hoe iets moet worden gedaan of gebouwd

Voorbeelden:	`uitbreidingsplan`, `een plan uitwerken`
je plan trekken	(je wel redden (zonder hulp))
je eigen plan trekken	(doen wat je zelf wilt (zonder met anderen rekening te houden))

3)

iets op een hoger plan brengen

(iets verbeteren)

4) plattegrond

Voorbeeld:

`een planneke van Brugge`

besturing   gedrag   houding   idee   laag   leiding   niveau   opzet   peil   planning   project   rijrichting   stand   voornemen   

• een onbekookt plan (hebben) (=een plan hebben waar niet goed over is nagedacht)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je plan krachtiger uitdrukken?
strak plan; vastomlijnd plan;

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Plan``] 1o. Platte grond van eene landstreek, van eenig werk, van een gebouw, enz. Zie ook Kaart. 2o. Gelijkluidend met voornemen, beschikking tot eenige militaire onderneming. 3o. P. van bewapening. Zie Armement
• •een voorgenomen handelswijze. •een idee van iets dat men wil gaan doen. •een ontwerp voor een ruimtelijke of economische ordening. •niveau. •de perspectiefverdeling van een schilderij of vergezicht. •plattegrond. •tekening •tekening •vlak, pas, plat •waterpas, horizontaal •plattegrond, ...
• voorlopig ontwerp van iets vb: hij legde zijn plan aan de directie voor plannen maken [bedenken wat je gaat doen] iets van plan zijn [het voornemen hebben iets te gaan doen] een plan uitbroeden [maken] plannen in de ijskast zetten [er voorlopig niet meer over spreken] een sociaal plan [een afvloeiingsregeling...
• Let op: Spelling van 1858 eene vlakke plaats, vlakte; ontwerp, schets; platte grond, grondteekening
• Def.: besluit tot het uitvoeren van activiteiten die volgens een vastgestelde activiteitenstructuur (volgtijdig, parallel) worden uitgevoerd en die moeten leiden tot vooraf gedefinieerde resultaten (doelen)

Toon uitgebreidere definities

• plan de campagne• planbord• planbureau• plancher• planchet• planck-eenheid• plandemie• planeconomie• planeet• planeetbaan• planeetwiel• planeetwielmechanisme• planen• planepoolen• planeren• planetair• planetaire nevel• planetarium• planetenbaan• planetenstelsel
• Toon alle woorden die beginnen met plan

• actieplan• bestemmingsplan• bouwplan• leerplan• meerjarenplan• stappenplan• zorgplan• ziektewetplan• ziektekostenplan• zelfmoordplan• zeilplan• zakenplan• woningbouwplan• wijkplan• werkplan• werkgelegenheidsplan• wegenplan• vluchtplan• visplan• vijfjarenplan
• Toon alle woorden die eindigen op plan

plan (ontwerp; voornemen)

Is zinnens zijn correct? Zie Zinnens zijn / van zins zijn / van plan zijn

Is het 'de plan' of 'het plan'?

Het is 'het plan', want plan is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat plan'.

Wat is het meervoud van plan?

Het meervoud van plan is 'plannen'. Eén plan, twee plannen.

Wat betekent plan?

'idee over iets dat je zult gaan doen' en 'beschrijving van hoe iets moet worden gedaan of gebouwd' en '' en 'plattegrond'

Hoe spel je plan?

plan spel je P L A N

Wat is een ander woord voor plan?

Andere woorden voor plan zijn besturing, gedrag, houding, idee, laag, leiding, niveau, opzet, peil, planning, project, rijrichting, stand en voornemen.

Zoek plan op Woordenlijst.org
Zoek plan op Google
Zoek plan op Wikipedia