pitten

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɪtə(n)]
Afbreekpatroon:  pit·ten
Vervoegingen:  pitte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepit (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) slapen informeel

2) pitten halen uit
Voorbeeld:  `kersen pitten`
Synoniem:  ontpitten

Zie ook:  pit


Synoniemen
maffen   meuren   ontpitten   slapen   

5 definities op Encyclo
  • (Amsterdams) slapen
  • (Bargoens) slapen
  • [Straattaal] slapen (`Ik ga pitten` betekent `Ik ga slapen`).
  • 1) Slapen 2) Keveren 3) Op de souffleur spelen 4) Een uiltje knappen 5) Rivier in Oostenrijk 6) Vruchtkernen 7) Meuren 8) Geld 9) Ontpitten 10) Maffen
  • Bargoens: slapen Jaar van herkomst: 1950 (GVD )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op pitten:
spittenuitspittenontpittenomspittenmeepittendoorspitten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. pitten (inkuilen)
  2. pitten (slapen)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van pitten?
De verleden tijd van pitten is 'pitte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepit'.
Wat betekent pitten?
'slapen' en 'pitten halen uit'
Hoe spel je pitten?
pitten spel je P I T T E N
Wat is een ander woord voor pitten?
Andere woorden voor pitten zijn maffen, meuren, ontpitten en slapen.

Op andere websites
Zoek pitten op Woordenlijst.org
Zoek pitten op Google
Zoek pitten op Wikipedia