de pastoor
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [pɑsˈtor] |
| Afbreekpatroon: | pas·toor |
| Verbuigingen: | pastoors (meerv.) |
rooms-katholiek geestelijke die een parochie leidt religie Synoniemen
hoe hoeder pastor zielenherder zwarte kip Spreekwoorden en zegswijzen
• wie de
pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert
(=om je ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)• er naar uitkijken als de
pastoor naar het geld in het kerkenzakje
(=iets vol verwachting tegemoet zien)• de
pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee
(=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)• de koe van de
pastoor eet iedere dag mals gras
(=wie trouw is aan machtige mensen, heeft een heerlijk leven)• als de boeren niet meer klagen en de
pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen
(=sommige mensen veranderen nooit)Naar de spreekwoorden12 definities op Encyclo
- •een lid van de katholieke geestelijkheid die zich aan de zielzorg van zijn parochie wijdt.
- leider van groep gelovigen in katholieke kerk vb: hoe heet de pastoor van deze kerk?
- Let op: Spelling van 1858 pastor, Lat., pasteur, Fr., een herder; een geestelijke, een predikant of Roomsch-Katholijke priester. Pastor loci, de predikant of pastoor van de plaats, waar men is. Pastoraal, landelijk, herderlijk; zielverzorgend, geestelijk. Pastoraal theologie, wetenschappelijk onderrigt ter be...
- 1) Zeer eerwaarde 2) Kerkelijk hoofd 3) Biechtvader 4) Zielenherder 5) Zielverzorger 6) Wereldlijk geestelijke 7) Beroep 8) Zielzorger 9) Katholiek geestelijke 10) Parochiegeestelijke 11) Pastor 12) Eerwaarde 13) Pastor die het geloof verkondigt 14) Zwarte kip 15) Predikant 16) Priester 17) Katholieke geestel...
- De 'pastoor' is binnen de Katholieke Kerk, de Anglicaanse Gemeenschap en de oudkatholieke Kerk de priester die door de bisschop benoemd wordt als verantwoordelijke van een parochie. De aanspreekvorm voor een pastoor is 'Zeereerwaarde Heer Pastoor'.
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op pastoor:
•
weigerpastoor•
onderpastoor•
dorpspastoorHerkomst volgens etymologiebank.nl
pastoor (geestelijke aan het hoofd van een katholieke parochie)Taaladvies
- Is pastor een algemeen geaccepteerd anglicisme voor pastoor (`dominee, predikant`)? Zie pastor / pastoor (`dominee, predikant`)
- Wat is het verschil tussen de pastoraal werker en de pastorale werker? Zie de pastoraal werker / de pastorale werker
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de pastoor' of 'het pastoor'?
Het is 'de pastoor', want pastoor is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die pastoor'.
Wat is het meervoud van pastoor?
Het meervoud van pastoor is 'pastoors'. Eén pastoor, twee pastoors.
Wat betekent pastoor?
'rooms-katholiek geestelijke die een parochie leidt'
Hoe spel je pastoor?
pastoor spel je P A S T O O R
Wat is een ander woord voor pastoor?
Andere woorden voor pastoor zijn hoe, hoeder, pastor, zielenherder en zwarte kip.Op andere websites
Zoek
pastoor op Woordenlijst.org
Zoek
pastoor op Google
Zoek
pastoor op Wikipedia