opzoeken

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpsukə(n)]
Afbreekpatroon:	op·zoe·ken
Vervoegingen:	zocht op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgezocht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zoeken op een plaats waar je denkt dat je het kunt vinden

Voorbeelden:

`een vertaling opzoeken in het woordenboek`, `Het ligt hier ergens in de kast, maar ik moet het even voor je opzoeken.`

2) gaan naar

Voorbeeld:	`je buurman opzoeken in het ziekenhuis`
de zon opzoeken	(naar een zonnig gebied met vakantie gaan)

aankomen   afgaan   bezoeken   inlopen   langskomen   nagaan   naslaan   naslag   op bezoek komen   snorren   uitkijken   uitzien   voorbijkomen   zoeken   

• je penaten opzoeken (=naar huis gaan)
Naar de spreekwoorden

• proberen het te vinden vb: zoek dat woord op in een woordenboek Synoniem: raadplegen bij hem op visite gaan vb: wanneer kom je me eens opzoeken? Synoniem: bezoeken
• 1) Uitkijken 2) Naslaan 3) Nagaan 4) Inlopen 5) Langskomen 6) Opslaan 7) Opsporen 8) Traceren 9) Bezoek 10) Bezoeken 11) Aankomen 12) Naslag 13) Afgaan 14) Een visite afleggen 15) Een bezoek brengen 16) Uitzien 17) Snorren 18) Nazoeken 19) Voorbijkomen
• Als je iets wil vinden, ben je er naar opzoek . Dan wil je het vinden, dus ga je het opzoeken. Het is ongeveer het zelfde als zoeken. [basiswoordenlijst groep 3]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van opzoeken?

De verleden tijd van opzoeken is 'zocht op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgezocht'.

Wat betekent opzoeken?

'zoeken op een plaats waar je denkt dat je het kunt vinden' en 'gaan naar'

Hoe spel je opzoeken?

opzoeken spel je O P Z O E K E N

Wat is een ander woord voor opzoeken?

Andere woorden voor opzoeken zijn aankomen, afgaan, bezoeken, inlopen, langskomen, nagaan, naslaan, naslag, op bezoek komen, snorren, uitkijken, uitzien, voorbijkomen en zoeken.

Zoek opzoeken op Woordenlijst.org
Zoek opzoeken op Google
Zoek opzoeken op Wikipedia