I opofferen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpɔfərə(n)]
Afbreekpatroon:	op·of·fe·ren
Vervoegingen:	offerde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgeofferd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets wat je graag had gehouden of gebruikt) niet voor jezelf gebruiken

Voorbeeld:

`je vrije avond opofferen om de computer van de buren te installeren`

II zich opofferen

reflexief werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpɔfərə(n)]
Afbreekpatroon:	op·of·fe·ren
Vervoegingen:	offerde zich op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft zich opgeofferd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

aanbieden iets te doen waar niemand zin in heeft, maar dat wel gebeuren moet

Synoniemen

4 definities op Encyclo

•iets bij noodzaak moeten gebruiken, dumpen of doden. •'zich opofferen' - zichzelf voorstellen om gedood of achtergelaten te worden uit noodzaak •'zich opofferen' - zicht wijden aan (+audio)
het ergens voor afstaan, het ervoor over hebben vb: daar wil ik mijn vrije dag wel aan opofferen je beschikbaar stellen voor iets wat niemand anders wil doen vb: als niemand wil helpen, offer ik me wel op
1) Opdragen 2) Inschieten 3) Afstaan 4) Toewijden 5) Prijsgeven 6) Opgeven 7) Immoleren 8) Sacreficiëren 9) Ten offer brengen
aanbieden.

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van opofferen is 'offerde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgeofferd'.

'(iets wat je graag had gehouden of gebruikt) niet voor jezelf gebruiken'

opofferen spel je O P O F F E R E N

Andere woorden voor opofferen zijn afstaan, offeren, opgeven, prijsgeven en toewijden.

Op andere websites