• zout in de wond strooien (=iemands leed verergeren) • wie met honden omgaat, krijgt vlooien (=wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over) • wie in een glazen huis woont moet niet met stenen gooien (=wie schuldig is, moet zich niet laten opmerken) • te grabbel gooien (=zomaar weggooien, opofferen) • rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen) Toon alle 45 spreekwoorden die ooien bevatten