de oefenaar
zelfst.naamw. (m.)
1) iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert 2) was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen. 3) iemand die iets leert Bron: WikiWoordenboek.
3 definities op Encyclo
- 1) Trainer 2) Oefenmeester 3) Lekenpreker 4) Leermeester 5) Lid van een kerkelijke gemeente
- Een 'oefenaar' was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen. Oefenaars kwamen met name voor in de 18e, de 19e eeuw en de eerste helft...
- Lid van de (kerkelijke) gemeente dat op verzoek van een plaatselijke kerk van de classis de bevoegdheid krijgt om te `oefenen`, dat is een stichtelijk woord te spreken `ter onderrichting, vertroosting en vermaning`. Die bijeenkomsten moesten buiten de gewone kerkdiensten worden gehouden. In de 19e eeuw waren...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op oefenaar:
•
vrijeberoepsbeoefenaar•
vrijberoepsbeoefenaar•
beroepsbeoefenaar•
beoefenaarHerkomst volgens etymologiebank.nl
oefenaarVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de oefenaar' of 'het oefenaar'?
Het is 'de oefenaar', want oefenaar is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die oefenaar'.
Wat betekent oefenaar?
'iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert' en 'was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen.' en 'iemand die iets leert'
Hoe spel je oefenaar?
oefenaar spel je O E F E N A A R Op andere websites
Zoek
oefenaar op Woordenlijst.org
Zoek
oefenaar op Google
Zoek
oefenaar op Wikipedia