het landgoed

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈlɑntxut]
Afbreekpatroon:	land·goed
Verbuigingen:	landgoederen (meerv.)

groot stuk grond met de gebouwen die erop staan

bezitting   boerderij   buiten   goed   

• groot buitenhuis met veel grond eromheen vb: de koningin heeft een landgoed in Italië
• Def.: gebiedseenheid met minimale grootte van 5 hectare, minimaal bezet met 30 % bos en omzomingcriteria voor landbouwgronden.
• 1) Onroerend goed 2) Park met kasteel 3) Land 4) Buitenverblijf 5) Boerenbezit 6) Boerderij 7) Domein 8) Boerenplaats 9) State 10) Riant buitenverblijf 11) Latifundium 12) Manor 13) Buitenhof 14) Hoeve 15) Bezitting 16) Goed 17) Estate 18) Grondgebied 19) Grote woning op groot terrein 20) Zate 21) Buiten
• Buitenverblijf met omliggende landerijen.
• Een 'landgoed' is een groot stuk grond van meerdere hectares met landerijen, bossen en tuinen. Vol

Toon uitgebreidere definities

• landgoedeigenaar• landgoedterrein

Is het 'de landgoed' of 'het landgoed'?

Het is 'het landgoed', want landgoed is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat landgoed'.

Wat is het meervoud van landgoed?

Het meervoud van landgoed is 'landgoederen'. Eén landgoed, twee landgoederen.

Wat betekent landgoed?

'groot stuk grond met de gebouwen die erop staan'

Hoe spel je landgoed?

landgoed spel je L A N D G O E D

Wat is een ander woord voor landgoed?

Andere woorden voor landgoed zijn bezitting, boerderij, buiten en goed.

Zoek landgoed op Woordenlijst.org
Zoek landgoed op Google
Zoek landgoed op Wikipedia