de bezitting

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[bəˈzɪtɪŋ]
Afbreekpatroon:	be·zit·ting
Verbuigingen:	bezittingen (meerv.)

wat je bezit

Voorbeelden:

`met achterlating van alle persoonlijke bezittingen`, `bezittingen en schulden`, `beslag leggen op iemands bezittingen`

bezit   boerderij   goed   hofstede   landgoed   spul   vermogen   

• wat van jou is, waar je eigenaar van bent vb: zitten al haar bezittingen in die ene tas? Synoniemen: eigendom bezit
• 1) Spul 2) Onroerend goed 3) Bezit 4) Werf 5) Have 6) Vermogen 7) Possessie 8) Goed in eigendom 9) Goed 10) Boerengedoe 11) Boerderij 12) Zetel 13) Hofstede 14) Eigendom 15) Zate 16) Scheepstimmerwerf 17) Rust 18) Het plaatsnemen op een stoel die van jou is 19) Landgoed 20) Wat iemand bezit
• Een bezitting is iets wat van jou is. [basiswoordenlijst groep 7]

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de bezitting' of 'het bezitting'?

Het is 'de bezitting', want bezitting is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bezitting'.

Wat is het meervoud van bezitting?

Het meervoud van bezitting is 'bezittingen'. Eén bezitting, twee bezittingen.

Wat betekent bezitting?

'wat je bezit'

Hoe spel je bezitting?

bezitting spel je B E Z I T T I N G

Wat is een ander woord voor bezitting?

Andere woorden voor bezitting zijn bezit, boerderij, goed, hofstede, landgoed, spul en vermogen.

Zoek bezitting op Woordenlijst.org
Zoek bezitting op Google
Zoek bezitting op Wikipedia