laak als dialectwoord
• lijk (Duffels) • Lijk (Onze-Lieve-Vrouw-Waver) 9 definities op Encyclo
- (grensvormende) waterloop. Soms ook beekje, afwatering of poel (lake). Ook leek , lake of lek genoemd. Zie ook Lee .
- [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] in plaatsnamen grens, soms doorlaat (van water). In Hoevelaken (Hoflake ao 1132) = de hof bij het watertje de Laak; Lakemond (= de mond der waterleiding).
- [Vergeten woorden] (m.) dokter, arts, geneesheer [= Deens læge, ~ lakenen, mogelijk ~ leken ‘druppen’, lekken]
- [Vergeten woorden] (v.) beek, stroom, rivier [= Laak, Achterhoeks laoke, ~ lekken]
- 1) Beek in Gelderland 2) Water 3) Drasland 4) Rivier in Vlaams-Brabant 5) Beek 6) Plaats in vlaanderen 7) Plaats in Nederland 8) Plaats in Limburg 9) Plaats in Gelderland 10) Plaats in de Benelux 11) plaats in België 12) Plaats aan de Maas in Limburg 13) Sloot 14) Smalle tak van een waterloop 15) Rivier in Z...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met laak:
•
laakbaarDeze woorden eindigen op laak:
•
vlaakHerkomst volgens etymologiebank.nl
- laak (bloedzuiger)
- laak (wetering, poel, plas)
Op andere websites
Zoek
laak op Woordenlijst.org
Zoek
laak op Google
Zoek
laak op Wikipedia