kwakkelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkwɑkələ(n)]
Afbreekpatroon:  kwak·ke·len
Vervoegingen:  kwakkelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gekwakkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van het weer) dan weer vriezen dan weer dooien
Voorbeeld:  `Het blijft maar kwakkelen.`

2) steeds weer problemen hebben die niet heel ernstig zijn
Voorbeelden:  `kwakkelen met je gezondheid`,
`Dat bedrijf blijft maar aan het kwakkelen.`


Synoniemen
sukkelen   tobben   

5 definities op Encyclo
  • waggelen, met onzekere stap lopen (VD II 1) - Voorbeeld: Schenk ons eenden (...), witte ganzen die (...) ofwel op de weide gakkelen, tot zij in het water kwakkelen
  • 1) Niet doorvriezen 2) Sukkelen 3) Zingen van een kwakkel 4) Telkens wat ziek zijn 5) Ongestadig zijn 6) Beven 7) Telkens ziek zijn 8) Tobben
  • Kwakkelen is geplaagd worden door allerlei kwaaltjes; vaak ziek zijn. [basiswoordenlijst groep 6]
  • sukkelen
  • sukkelen Jaar van herkomst: 1888 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
kwakkelen (sukkelen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van kwakkelen?
De verleden tijd van kwakkelen is 'kwakkelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekwakkeld'.
Wat betekent kwakkelen?
'(van het weer) dan weer vriezen dan weer dooien' en 'steeds weer problemen hebben die niet heel ernstig zijn'
Hoe spel je kwakkelen?
kwakkelen spel je K W A K K E L E N
Wat is een ander woord voor kwakkelen?
Andere woorden voor kwakkelen zijn sukkelen en tobben.

Op andere websites
Zoek kwakkelen op Woordenlijst.org
Zoek kwakkelen op Google
Zoek kwakkelen op Wikipedia