vriendelijk - Voorbeeld: ‘Lander bezag heur verwonderd maar knikte toch inwillig’ - Voorbeeld: ‘Ge gaat toch naar de ommegang? - Zeker - Met mij? - Met u of met een ander, zei ze, met 't inzicht hem te plagen, maar ze knikte hem inwillig toe’ - Voorbeeld: ‘Claarke loech hem inwillig aan, maar schee...