affronteren

werkw.
Uitspraak:  [ɑfrɔn'terə(n)]
Afbreekpatroon:  af·fron·te·ren
Vervoegingen:  affronteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geaffronteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

pijnlijk en provocerend beledigen
Voorbeeld:  `iemand in het openbaar affronteren`


3 definities op Encyclo
  • 1) Beledigen 2) Krenken
  • krenken, beledigen
  • krenken Jaar van herkomst: 1678 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
affronteren (krenken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van affronteren?
De verleden tijd van affronteren is 'affronteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geaffronteerd'.
Wat betekent affronteren?
'pijnlijk en provocerend beledigen'
Hoe spel je affronteren?
affronteren spel je A F F R O N T E R E N

Op andere websites
Zoek affronteren op Woordenlijst.org
Zoek affronteren op Google
Zoek affronteren op Wikipedia