• zo onschuldig als een pasgeboren kind (=zeer onschuldig) • waar twee kijven hebben twee schuld (=beide personen hebben schuld als ze ruzie met elkaar maken) • je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft) • in zijn schulp kruipen (=zich in zichzelf terugtrekken, niet verder aandringen) • het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven) Toon alle 7 spreekwoorden die hul bevatten
5 definities op Encyclo
1.de boven de rand van de pijpekop uitstekende tabak Voorbeeld: ‘Vramme hield de vuurpot in de hand en ontstak zijn pijp; hij trok drie, vier keren, blies de rook door zijn uitgestoken lippen in de vunzende hul’