helpen

werkw.

Uitspraak:	[ˈhɛlpə(n)]
Afbreekpatroon:	hel·pen
Vervoegingen:	hielp (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geholpen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) hulp geven

Voorbeelden:	`iemand helpen bij de afwas`, `iemand helpen om een probleem op te lossen`, `iemand helpen met aankleden`
Kan ik u helpen?	(<dat zeggen ze tegen je in een winkel als je aan de beurt bent>)
iemand er bovenop helpen	(iemand uit een slechte situatie halen)
geholpen worden (aan)	((van een patiënt) behandeld of geopereerd worden (aan)) `Wanneer word jij geholpen (aan dat been)?`

2) effect hebben

Voorbeelden:

`Dat middel helpt tegen de maagpijn.`, `Ik probeerde haar op te beuren met goede vooruitzichten, maar het hielp niet.`

3)

iets niet kunnen helpen

(geen schuld aan iets hebben) `Ik kan het niet helpen dat er te veel mensen gekomen zijn.`

assisteren   avanceren   baten   bedienen   bijspringen   bijstaan   castreren   dienen   genezen   goeddoen   lenen   liefdadigheids werk doen   ondersteunen   promoten   seconderen   verplegen   weldoen   

• weer in het zadel helpen (=helpen om weer door te kunnen gaan)
• uit het moeras helpen (=uit de problemen helpen)
• uit de nesten helpen (=uit de problemen helpen)
• op het kussen helpen (=aan de macht helpen)
• op de proppen helpen (=iemand steunen en verder helpen)
Toon alle 11 spreekwoorden die helpen bevatten

Hoe kun je met helpen een ander begrip versterken?
te dom om te helpen donderen
Uitdrukkingen die helpen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
de meubelen redden;

• Uit `De lagere vaktalen: Taal der smeden en koperslagers ` 1914 een slot helpen, herstellen.
• • [ov] iemand bijstaan.
• iemand van dienst zijn vb: zij helpt mijn moeder in de huishouding help!! [als je hulp nodig hebt] help me onthouden [zorg ervoor dat ik het niet vergeet] hem een handje helpen [een beetje helpen] hem erbovenop helpen [ervoor zorgen dat hij uit de moeilijkheden raakt] hem op weg helpen [ervoor zorgen dat hij ...
• 1) Lenen 2) Uithalen 3) Onderstutten 4) Weldoen 5) Bedienen 6) Behulpzaam zijn 7) Bevorderen 8) Dienen 9) Bevorderlijk zijn 10) Hulp geven 11) Seconderen 12) Ondersteunen 13) Onderschragen 14) Uitsteken 15) Goeddoen 16) Secoureren 17) Weldaden verspreiden 18) Medewerken 19) Redden 20) Gerieven 21) Genezen
• bijstaan

Toon uitgebreidere definities

• helpen aan• helpend

• meehelpen• verhelpen• vooruithelpen• voorthelpen• behelpen

helpen (bijstaan)

1. Welke zin is juist: < i>Wij helpen een Japanse toerist zijn hotel te vinden< /i> of < i>Wij helpen een Japanse toerist zijn hotel vinden< /i>? Zie Helpen (te)
2. Wat is de juiste uitdrukking:  iemand een handje toesteken of iemand een handje helpen? Zie handje toesteken / handje helpen
3. Waar komt de uitdrukking `Daar helpt geen lievemoederen aan` vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Daar helpt geen lievemoederen aan

Wat is de verleden tijd van helpen?

De verleden tijd van helpen is 'hielp'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geholpen'.

Wat betekent helpen?

'hulp geven' en 'effect hebben' en ''

Hoe spel je helpen?

helpen spel je H E L P E N

Wat is een ander woord voor helpen?

Andere woorden voor helpen zijn assisteren, avanceren, baten, bedienen, bijspringen, bijstaan, castreren, dienen, genezen, goeddoen, lenen, liefdadigheids werk doen, ondersteunen, promoten, seconderen, verplegen en weldoen.

Zoek helpen op Woordenlijst.org
Zoek helpen op Google
Zoek helpen op Wikipedia