gemakkelijk

bijv.naamw.

Uitspraak:	[xəˈmɑkələk]
Afbreekpatroon:	ge·mak·ke·lijk

1) waar je weinig moeite voor hoeft te doen

Voorbeeld:	`een gemakkelijk klusje`
Antoniemen:	moeilijk, zwaar
Synoniem:	makkelijk

2) als iets gemak (1) geeft

Voorbeeld:	`een gemakkelijke stoel`
Synoniemen:	comfortabel, makkelijk

aangenaam   blindelings   comfortabel   coulant   eenvoudig   fijn   geriefelijk   gesmeerd   lekker   licht   makkelijk   meegaand   nuttig   oppervlakkig   practisch   simpel   vanzelf   vlot   moeilijk (antoniem)   veeleisend (antoniem)   

• wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je gemakkelijk krachtiger uitdrukken?
doodgemakkelijk
Uitdrukkingen die gemakkelijk betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
appeltje-eitje; erin gaan als Gods woord in een ouderling; erin gaan als klokspijs; erin gaan als koek; gaan als een banaan; je kostje is gekocht; lezen als een trein; lopen als een zonnetje; luizenbaan; met een druk op de knop; werken als een zonnetje; wijst zich vanzelf;

• •geen moeite of inspanning vereisend. •comfortabel. •bereidwillig om zich aan te passen.
• wat je zonder veel inspanning kunt doen vb: deze les is gemakkelijk dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan [als iemand lichtvaardig praat over een moeilijke klus] jij hebt gemakkelijk praten [voor jou ligt de zaak heel anders] hij spreekt gemakkelijk [vlot en zonder stotteren]
• 1) Vlot 2) Coulant 3) Nuttig 4) Inschikkelijk 5) Zonder moeite 6) Vanzelf 7) Geriefelijk 8) Niet duur 9) Comfortabel 10) Geredelijk 11) Handzaam 12) Faciel 13) Rustig 14) Mooi 15) Commodo 16) Moeiteloos 17) Zeer wel 18) Licht 19) Ongedwongen 20) Fijn 21) Makkelijk 22) Kwiek 23) Aangenaam 24) Flexibel
• niet moeilijk
• niet moeilijk - Jaar van herkomst: 1866 (WNT ) op zijn gemak gesteld - Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )

Toon uitgebreidere definities

• gemakkelijkheid• gemakkelijkheidshalve

• ongemakkelijk• doodgemakkelijk

gemakkelijk (zonder moeite)

1. Wat is correct: makkelijk of gemakkelijk? Zie Makkelijk / gemakkelijk
2. Wat is het verschil tussen een gemakkelijker oplossing en een gemakkelijkere oplossing? Zie een gemakkelijker oplossing / een gemakkelijkere oplossing
3. Wat is het best: `Dat ging makkelijk` of `Dat ging gemakkelijk`? Zie Makkelijk / gemakkelijk

Wat betekent gemakkelijk?

'waar je weinig moeite voor hoeft te doen' en 'als iets gemak geeft'

Hoe spel je gemakkelijk?

gemakkelijk spel je G E M A K K E L I J K

Wat is een ander woord voor gemakkelijk?

Andere woorden voor gemakkelijk zijn aangenaam, blindelings, comfortabel, coulant, eenvoudig, fijn, geriefelijk, gesmeerd, lekker, licht, makkelijk, meegaand, nuttig, oppervlakkig, practisch, simpel, vanzelf en vlot.

Wat is het tegenovergestelde van gemakkelijk?

Antoniemen van gemakkelijk zijn moeilijk en veeleisend.

Zoek gemakkelijk op Woordenlijst.org
Zoek gemakkelijk op Google
Zoek gemakkelijk op Wikipedia