I cisterciënzer

bijv.naamw.
betreffende de kloosterorde der Cisterciënzers of haar leden

II de cisterciënzer

zelfst.naamw. (m.)

Verbuigingen:

cisterciënzers

een monnik behorende tot de kloosterorde der Cisterciënzers

Bron: WikiWoordenboek.

• • een monnik behorende tot de kloosterorde der Cisterciënzers. •cisterciënzer •betreffende de kloosterorde der Cisterciënzers of haar leden. (+audio)
• 1) Kloosterling van een strenge orde 2) Lid van een zekere geestelijke orde 3) Lid van een geestelijke orde 4) Lid van een contemplatieve kloosterorde
• Een rooms-katholieke orde die in 1098 in Citeaux, Frankrijk werd opgericht door de heilige Robert van Molesme. De cisterciënzers houden zich strikt aan de Regula Benedicti en hechten belang aan afzondering, armoede, uniformiteit en vooral lichamelijke arbeid. In de middeleeuwen was het een vooraanstaande ord...
• lid van geestelijke orde Jaar van herkomst: 1778 (WNT zwaarddrager )
• vrouwelijke kloosterorde welke voor een enorme impuls aan de wijnbouw in Europa heeft gezorgd. De orde werd opgericht in 1098 door St. Robert. De idealen sluiten aan bij die van de vroeg Benedictijnen. Het leven en het werk van St. Bernard was hen tot voorbeeld Landbouw werd gezien als een zuivere activiteit ...

Toon uitgebreidere definities

cisterciënzer (lid van geestelijke orde)

Wat betekent cisterciënzer?

'betreffende de kloosterorde der Cisterciënzers of haar leden'

Hoe spel je cisterciënzer?

cisterciënzer spel je C I S T E R C I E-umlaut N Z E R

Zoek cisterciënzer op Woordenlijst.org
Zoek cisterciënzer op Google
Zoek cisterciënzer op Wikipedia