afwikkelen

werkw.

Uitspraak:	['ɑfwɪkələ(n)]
Afbreekpatroon:	af·wik·ke·len
Vervoegingen:	wikkelde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgewikkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

tot een einde brengen

Voorbeeld:	`de onderhandelingen afwikkelen`
Synoniem:	afhandelen

afhandelen   afrollen   baken   inbakeren   inzwachtelen   liquideren   omwikkelen   opheffen   oprollen   opwinden   solveren   uitroeien   verdelgen   zaakafwikkeling   

• Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 het gesprek is aan de beurt om te worden afgewikkeld.
• 1) Opheffen 2) Baken 3) Solveren 4) Inbakeren 5) Inzwachtelen 6) Omwikkelen 7) Afhandelen 8) Afrollen 9) Afwinden 10) Zaakafwikkeling 11) Liquideren 12) Oprollen 13) Opwinden 14) Uitroeien 15) Uitrollen 16) Regelen 17) Vereffenen 18) Verdelgen
• De laatste fase in het proces van groepsontwikkeling. Het is de fase waarin het team wordt afgebouwd.
• rechtswetenschap: afhandeling, afronding. ...

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van afwikkelen?

De verleden tijd van afwikkelen is 'wikkelde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgewikkeld'.

Wat betekent afwikkelen?

'tot een einde brengen'

Hoe spel je afwikkelen?

afwikkelen spel je A F W I K K E L E N

Wat is een ander woord voor afwikkelen?

Andere woorden voor afwikkelen zijn afhandelen, afrollen, baken, inbakeren, inzwachtelen, liquideren, omwikkelen, opheffen, oprollen, opwinden, solveren, uitroeien, verdelgen en zaakafwikkeling.

Zoek afwikkelen op Woordenlijst.org
Zoek afwikkelen op Google
Zoek afwikkelen op Wikipedia