afperken

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfpɛrkə(n)]
Afbreekpatroon:  af·per·ken
Vervoegingen:  perkte af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgeperkt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de grenzen aangeven (van iets)
Voorbeelden:  `de verontreiniging in de grond opsporen en afperken`,
`een onderwerp afperken`
Synoniemen:  afbakenen, begrenzen


Synoniemen
begrenzen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Afschutten 2) Afpalen 3) Afbakenen 4) Afgrenzen 5) Afsluiten 6) Begrenzen 7) Omgorden 8) Omtrekken 9) Afrasteren
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afperken?
De verleden tijd van afperken is 'perkte af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeperkt'.
Wat betekent afperken?
'de grenzen aangeven (van iets)'
Hoe spel je afperken?
afperken spel je A F P E R K E N
Wat is een ander woord voor afperken?
Een ander woord afperken is begrenzen.

Op andere websites
Zoek afperken op Woordenlijst.org
Zoek afperken op Google
Zoek afperken op Wikipedia