Zoek

afbijten

werkw.
Uitspraak:  ['ɑvbɛitə(n)]
Afbreekpatroon:  af·bij·ten
Vervoegingen:  beet af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgebeten (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met je tanden afbreken (3)
Voorbeeld:  `een stuk van een wortel afbijten`
de/het spits afbijten  (als eerste persoon iets doen) `anderen het spits laten afbijten en zelf volgen`
van je afbijten  (een beetje agressief zijn met woorden) `flink van je afbijten en voor jezelf opkomen`

2) met een chemisch middel oplossen en verwijderen
Voorbeelden:  `verf afbijten`,
`afbijtmiddel`


Spreekwoorden en zegswijzen
• schaamte de kop afbijten (=je niet meer schamen)
• de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
Naar de spreekwoorden

7 definities op Encyclo
  • 1.zijn woorden niet of nauwelijks geheel uitspreken, er als 't ware het laatste gedeelte van afbijten: (WNT), voortdurend onderbreken. Voorbeeld: ‘Die uitspraak had ze gedaan zonder plechtigheid of misbaar, afgebeten’ 2.dulden, verdragen meemaken, doorstaan, uitstaan, verduren, lijden. Voorbeeld: ‘Ze m...
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afbijten``] der patroon; bij het laden van het geweer, de eenvoudigste wijze ze te openen en daarom bij de meeste geweren, die met patronen geladen worden, in gebruik. Hier en daar wordt de patroon losgerukt in plaats van afgebeten. Bij sommige stelsels, bijv. bij dat va...
  • er met je tanden een stuk af halen vb: ik bijt een stuk van de appel af van je afbijten [je fel verdedigen, je niet op je kop laten zitten]
  • 1) Verwijderen 2) Verf verwijderen 3) Afhappen 4) Kluiven 5) Eraf happen 6) Afkluiven 7) Met de tanden afsnijden
  • Het verwijderen van de oude verflaag door middel van afbijtmiddel
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
afbijten

Taaladvies
  1. Schrijf je bijten met ei of ij? Zie bijten / beiten
  2. Wat is juist: de spits afbijten of het spits afbijten? Zie De / het spits afbijten


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afbijten?
De verleden tijd van afbijten is 'beet af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgebeten'.
Wat betekent afbijten?
'met je tanden afbreken ' en 'met een chemisch middel oplossen en verwijderen'
Hoe spel je afbijten?
afbijten spel je A F B I J T E N

Op andere websites
Zoek afbijten op Woordenlijst.org
Zoek afbijten op Google
Zoek afbijten op Wikipedia