40 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zin`
- als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
- altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
- bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
- bij eigen zin is geen gewin. (=eigenwijs zijn is niet goed)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)
- de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
- de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandigheden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
- een ander liedje laten zingen (=mores leren, van gedacht doen veranderen)
- een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
- een toontje lager zingen (=minder opscheppen, minder grote mond hebben)
- een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat gegeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden)
- er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
- er zijn zinnen op zetten (=iets graag willen hebben)
- geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
- gekroesd haar, gekroesde zinnen (=vreemdelingen hebben andere zeden en gewoonten)
- gekruld haar, gekrulde zinnen (=vreemdelingen hebben andere zeden en gewoonten)
- het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
- het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
- het hoogste lied zingen (=de baas zijn)
- het is nog ver van zingen (=het is nog lang niet in orde)
- het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
- het zinkende schip verlaten (=ervandoor gaan als de zaak misgaat)
- in het niet zinken (=in vergelijking met iets anders nog weinig waarde hebben)
- kroes haar kroeze zinnen (=iemand met gekruld haar is wispelturig)
- men kan zijn kinders wel minnen maar niet zinnen (=je kan je kinderen graag zien, maar ze hebben een eigen aard)
- nakaarten heeft geen zin (=men moet niet doorgaan met zeuren over iets dat al geweest is)
- psalmen zingen (=schuren met baksteen en zand)
- slot noch zin (=geen touw aan vast te knopen)
- slot nog zin hebben (=het is onlogisch)
- vogeltjes die zo vroeg zingen zijn voor de poes (=wie zo vroeg wil genieten komt bedrogen uit)
- voor het zingen de kerk uit (=coïtus interruptus)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- zijn hoogste lied zingen (=zeer vrolijk zijn)
- zin noch wit hebben (=buiten jezelf zijn van woede)
- zinken als een baksteen (=direct zinken (niet kunnen zwemmen))
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
68 betekenissen bevatten `zin`
- als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
- met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- uit je dak gaan (=buiten zinnen raken)
- dat is er een uit de arke noachs (=dat is er een uit een groot gezin)
- dat raakt kant noch wal (=dat is geen zinnig argument)
- dat is mij tegen de boeg. (=dat is tegen mijn zin)
- het vlees doden (=de zinnelijke behoeften onderdrukken)
- zinken als een baksteen (=direct zinken (niet kunnen zwemmen))
- het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
- het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
- water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)
- voor de kat zijn viool iets hebben gedaan (=een zinloze inspanning hebben geleverd)
- wat helpt fluiten, als het paard niet pissen wil. (=een zinloze oplossing)
- een nieuwe lap op een oud kleed (=een zinloze toevoeging)
- sisyfusarbeid (=een zware, onmogelijke, zinloze taak)
- aan een touw trekken (=eensgezind optreden)
- je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
- het niet begrepen hebben op (=er geen zin in hebben - liever niet hebben)
- door de knieën gaan (=ergens met tegenzin mee akkoord gaan)
- er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
- tegen de borst stuiten (=ergens zwaar moeite mee hebben / met tegenzin ondervinden)
- geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
- erbij staan voor Jan met de korte achternaam (=geen zinvolle activiteit hebben)
- het zat zijn (=genoeg ergens van hebben en er geen zin meer in hebben)
- de rook kan het hangerijzer niet deren (=het heeft geen zin te proberen iets dat vast staat te veranderen)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
- in zijn knollentuin zijn (=het naar de zin hebben)
- er is tuk aan de hengel (=hij heeft beet (krijgt zijn zin))
- elk huisje heeft z`n kruisje (=ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- iets met lede ogen aanzien (=iets met tegenzin zien gebeuren)
- water in de zee dragen (=iets totaal zinloos doen)
- uit de duim zuigen (=iets verzinnen)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- mijn vingers jeuken (=ik heb zin om eraan te beginnen)
- je kunt van mij de pot op (=je doet maar waar je zin in hebt)
- er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
- met de witte perdekies naar Velzeke rijden (=krankzinnig worden. In Velzeke bevindt zich een sanatorium; de `witte perdekies` (witte paardjes) verwijzen naar een ziekenwagen, waarmee de geestesgestoorde afgevoerd wordt. Uitdrukking uit het zuiden van Oost-Vlaanderen)
- wat heb je aan een mooi bord als het leeg is? (=lichamelijke behoeften gaan voor zintuiglijke)
- goede raad is goud waard (=met goede aanwijzingen kan je heel veel doen)
- met lood in de schoenen (=met heel veel tegenzin of angst)
- goedschiks of kwaadschiks (=met of tegen de zin)
- tegen wil en dank (doen/zijn) (=met tegenzin)
- a contrecoeur (=met tegenzin)
- tegen heug en meug (=met tegenzin doen)
- tegen iets aanhikken (=met tegenzin doen)
50 dialectgezegden bevatten `zin`
- 'k en der hoeste in (=Ik heb er zin in) (West-Vlaams)
- 'k zin helemoul van mijn ree (=Ik ben een beetje onwel) (Bevers)
- 'k zin ne ke benied (=Ik ben eens benieuwd) (Deinzes)
- 't begunt bij mij te kriebel'n (=ik begin er echt zin in te krijgen) (Westerkwartiers)
- 't bijt in zijn billen (=het doet hem zin krijgen) (Gents)
- 't Ees van mien broek (='t Is niet naar mijn zin) (Ronsisch)
- 't en es nie nur oes goeste / me zin d'r wel mee (=dat zint ons niet (ontgoocheld) ) (Waregems)
- 't es gien avans (=het heeft geen zin) (Wolvertems)
- 't es nog ieën'n van zin ieëste brouwk (=Hij is nog maar een beginneling) (Waregems)
- 't finste es wok zin oar, en 't is ton nog ne dumme brjed (=Geen slimme man) (Kortrijks)
- 't gat of zin (=doodop zijn) (Werviks)
- 't hangt mich mèn kloete oet (=geen zin hebben) (Overpelts)
- 't is gieën avanse (=het heeft geen zin) (Kaprijks)
- 't is gieën doen an (=het heeft geen zin) (Kaprijks)
- 't zin dèk dezelfde daaj de kaar (moette) trèkke (=ik ben bijna altijd de klos) (Munsterbilzen - Minsters)
- ‘k zuuk ‘t nie (=Ik heb er geen zin in) (Udens)
- ' t woater in zijne mond krijgen (=veel zin hebben in iets) (Gents)
- a sjik afbijten (=u tegen je zin zwijgen) (Erps)
- Aan de sjiet zin (=Aan de diarree zijn) (Gelaens (Geleens))
- aan j'n board sleur'n / zin patatn ofgietn (=masturberen) (roeselaars)
- aard höbbe (=zin hebben) (Steins)
- aatërlëk zin (=niet goed bij de les zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- achter zin / eur gat loapn (=iemand nazitten) (Kortrijks)
- adder wiëne zürg terviër datte kaase dierder zin dan de gateau zelf (=met het ouder worden, gaan de kaarsen duurder zijn dan de taart) (Munsterbilzen - Minsters)
- aoën daaj zin vieël koste (=dat is een lelijke vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
- aoën den aaterkant van piëd en de viërkant van vrolaaj moeste vërzichtëg zin (=opgepast als je aan de achterkant van paarden of de voorkant van meisjes zit) (Munsterbilzen - Minsters)
- Aoke en Keule zin ook nie gemok op ene daog (=alles heeft zijn tijd nodig) (Munsterbilzen - Minsters)
- as de één hand de aander was, dan zin ze alle twei zieëver (=mekaar helpen geeft altijd een win-win situatie) (Munsterbilzen - Minsters)
- as et nog lang doert, zal et rap gedon zin (=als ik er nerveus van word, stop ik er mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich hum zin hèm ich gette en gedroenke (=iemand niet kunnen luchten) (Waanroods)
- as lëlek zin paajn doeg, dan wont haaj get aofgesnotterd (=lelijk zijn doet geen pijn) (Bilzers)
- as tër daud zin vër de naach (=schrik hebben voor de dood) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ter daut zin ver get
hae deed (shit) en zen broek
hae hét de bibber (ebitsjes) ver get
hae hét sjrik van
ze bijeen doen (=schrik hebben van iets) (Bilzers)
- asset nog lang doert, geetet haaj rap gedont zin (=ik word wel wat ongeduldig) (Bilzers)
- asset nog lang doert, zal et rap gedond zin (=als het nog lang tegenzit, stop ik ermee) (Munsterbilzen - Minsters)
- assët nog lang doert, zal het nie rap gedoeën zin (=haast je een beetje !) (Munsterbilzen - Minsters)
- astich normaol bès, zin alle gekke normaol (=je ben tvolkomen geschift) (Munsterbilzen - Minsters)
- at de vêrke zaot zin, zin de roëpe zoêr (=als de muis zat is, wordt het meel bitter) (Bilzers)
- aut te kleen zin (=geen kleine kinderen meer hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut tiëgeslaeg zin de grütste genies geboëre (=zonder dwarsliggers zouden er geen sporen meer zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zë laud geslaogë zin (=de kluts kwijt zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zen bedoening zin (=de kluts kwijt zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zen doen zin (=niet op zijn gemak zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- autgebosseld zin (=piekfijn gekleed zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- authauzig zin (=veel afwezig zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- autte koje zin (=de moeilijke kinderjarern voorbij zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bilze, stad vür zjeloes opte zin (=Bilzen, stad van veler afgunst) (Munsterbilzen - Minsters)
- blaaj zin mèt en doj dauf (=een kinderhand is gauw gevuld) (Munsterbilzen - Minsters)
- blind zin és erg, mér ziende blind nog mei (=je loopt beter tegen een gesloten deur dan voorbij een open) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bo dë browër és mot dë bèkker nie zin (=Waar de brouwer is moet de bakker niet komen) (Tongers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen