Spreekwoorden met `wie zijn`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wie zijn`

  1. wie de pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert (=om je ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)
  2. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  3. wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
  4. wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten (=wie een risico neemt, moet de gevolgen dragen)
  5. wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
  6. wie zijn naasten te schande maakt, onteert zichzelf (=een klein foutje, kan een groot geheel te schande maken)
  7. wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht (=wie zijn goede naam verliest, komt in moeilijkheden)
  8. wie zijn ogen sluit, waant zich in Rome (=als je de realiteit negeert, ben je niet bewust van wat er werkelijk gaande is.)
  9. wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)

Eén betekenis bevat `wie zijn`

  1. wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht (=wie zijn goede naam verliest, komt in moeilijkheden)

17 dialectgezegden bevatten `wie zijn`

  1. Dij zok swieneringen aannemt mout zok gierend getroosten (=wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten) (Gronings)
  2. opstoan, ploats vergoan (=wie zijn zitplaats verlaat is die kwijt) (Westerkwartiers)
  3. Van wie bende gij dur jeenuh (=wie zijn je vader en moeder) (brabants)
  4. Van wie bin ie dr eene (=wie zijn je ouders / familie) (Steenwiekerwolds)
  5. Van wie bin jij der eelntjie? (=wie zijn jouw ouders?) (Lopiks)
  6. Van wie bin ye er eene dan (=wie zijn je ouders) (Urkers)
  7. Van wie zijde gai eentje (=wie zijn jou ouders) (Noorderkempisch)
  8. Van wie zijde gij (er ene) (=wie zijn jou vader en of moeder) (Bergs)
  9. van wie zijde gij d'r ene? (=wie zijn jouw ouders?) (Kerkdriels)
  10. vanwie zai de gai dr een (=wie zijn je ouders) (Betuws)
  11. wae zen naos sjojt, sjojt zen heil gezich (=wie zijn familie te schande is, schaadt ook zichzelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. wae zëne règ krab mèt ne rik, gerok heil snel èn de klënik (=wie zijn rug krabt met een rie, eindigt meestal in de kliniek) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. Weens menneke zerre ga (=wie zijn uw ouders) (Hoeilaart)
  14. wie benne da? (=wie zijn dat?) (Westlands)
  15. wie benne hunnie daaro? (=wie zijn dat daar?) (Westlands)
  16. Wie zien geld wil zien verstoe'm, mut knien of doev'n hol'n (=wie zijn geld wil verliezen, moet konijnen of duiven gaan houden) (Hoogeveens)
  17. Woar bin ie d'r ene van (=wie zijn je ouders) (Twents)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen