Spreekwoorden met `weten hoe`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `weten hoe`

  1. weten hoe de vork in de steel zit (=precies weten wat er gebeurd is)
  2. weten hoe laat het is (=weten hoever het staat)
  3. weten hoe men dat in het vat zal gieten (=de oplossing weten)

14 betekenissen bevatten `weten hoe`

  1. een oude rot in het vak (zijn) (=alles van het vak afweten en alles weten hoe te doen)
  2. willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
  3. van wanten weten (=goed weten hoe men iets moet aanpakken)
  4. al vaak met dat bijltje gehakt hebben (=het werk al vaker gedaan hebben en weten hoe het moet)
  5. van tijd noch uur weten (=hoegenaamd niet weten hoe laat het is - altijd te laat komen)
  6. nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
  7. het klappen van de zweep kennen (=precies weten hoe het eraan toegaat, ervaren zijn)
  8. door en door kennen (=precies weten hoe iemand is)
  9. er haring of kuit van willen hebben (=precies willen weten hoe het in elkaar steekt)
  10. uit zijn lood geslagen zijn (=verbaasd zijn, niet goed meer weten hoe het verder moet)
  11. weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
  12. weten waar Abraham de mosterd haalt (=weten hoe iets in zijn werk gaat; dingen goed snappen)
  13. weten wat de klok slaat (=weten hoe laat het is)
  14. weten hoe laat het is (=weten hoever het staat)

16 dialectgezegden bevatten `weten hoe`

  1. dae wètj woeë haas hoektj (=weten hoe het zit) (Heitsers)
  2. de kliepel weite hange (=weten hoe het in elkaar zit) (Opglabbeeks)
  3. de klok al heire loje (=al weten hoe laat het is (een bestraffing verwachten)) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. de moes tich op tijd autte viet maoke (=je moet op tijd weten hoe laat het is) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. Der gjeen gewajt van 'en (=Totaal niet weten hoe iets moet) (Maldegems)
  6. Der gjeen verzije van en (=Niet weten hoe het moet) (Maldegems)
  7. ich kin uch, mer kân uch neet toês brînge (=iemand herkennen, maar niet weten hoe iemand heet) (Weerts)
  8. ik wil wiet'n hoe de vörk ien 'e steel zit (=ik wil weten hoe het in elkaar steekt) (Westerkwartiers)
  9. je wiet'n nooit hoe 'n koe 'n hoas vangt (=men kan niet weten hoe de afloop is) (Westerkwartiers)
  10. nie wete waorut mart is (=niet weten hoe of waar te beginnen) (Oudenbosch)
  11. tein wetje wa(d) ier datet za zauën (=dan zal je weten hoe laat het is) (Liedekerks)
  12. vieëdel op vot, d'r wiehzer is kapot (=niet kunnen weten hoe laat het is) (Heerlens)
  13. weten huw dèt 't vereke gebönne ligt (=weten hoe het in elkaar zit) (Arendonks)
  14. zen eege onder de viet loope (=niet weten hoe zijn tijd om te brengen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. zene kattekismes kinnen (=weten hoe het precies moet) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. zij wol wiet'n hoe de vörk ien 'e steel zat (=ze wilde precies weten hoe de zaak in elkaar stak) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen