Spreekwoorden met `uit te`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `uit te`

  1. als buurmans huis brand is het tijd om uit te zien. (=leer van andermans problemen)
  2. als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
  3. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)

12 betekenissen bevatten `uit te`

  1. commandeer je hond en blaf zelf (=dat bevel weiger ik uit te voeren)
  2. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  3. een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definitief besluit te nemen)
  4. je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)
  5. makkelijker gezegd dan gedaan (=het is eenvoudiger om iets te zeggen dan om het ook daadwerkelijk uit te voeren)
  6. de bijl aan de wortel leggen (=het kwaad in de oorsprong trachten uit te roeien)
  7. onkruid vergaat niet (=het slechte is moeilijk uit te roeien)
  8. een gladde vogel (=iemand die zich overal weet uit te redden op slinkse wijze)
  9. iemand de pas afsnijden (=iemand verhinderen een bepaalde actie uit te voeren)
  10. een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
  11. de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
  12. weinig armslag hebben (=weinig ruimte hebben om uit te breiden of weinig mogelijkheden hebben, meestal in geld uitgedrukt)

23 dialectgezegden bevatten `uit te`

  1. aste niks baetër wiës te vërtëlle, zwigste baetër (=je kan beter zwijgen dan onzin uit te kramen) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. da motte we nog zien uit te funtere (=dat moeten we nog proberen uit te zoeken) (Oudenbosch)
  3. dae voeëgel ès al vlèg (=vogel die oud genoeg is om uit te vliegen) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. das straffen toebak (=moeilijk te begrijpen of uit te voeren) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. das veu een oeëg uit te bleiten (=Dat is om in tranen uit te barsten) (Olens)
  6. de wieës aad attet langer doert vër aut te rèste as vër miech te wiëene (=oud ben je pas als de tijd om uit te rusten langer wordt dan die om je moe te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. Ei rosten, oeveel kosten au wosten? (=Om een roodharige uit te schelden) (Lokers)
  8. Es te aod bès doortj 't langer óm oet te röste es óm meug te waere! (=Wanneer je oud bent duurt het langer om uit te rusten dan om moe te worden!) (Kinroois)
  9. haag zë blaod mér bènne, aanës bijt ich ët tich aof (=gelieve geen tong op me uit te steken) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. hij zat doar as Job op 'e misbult (=hij zat daar verdrietig voor zich uit te staren) (Westerkwartiers)
  11. Ieder trek'ut laoke nar z'n eigen kaant (=Iedereen probeert er zelf het meeste voordeel uit te halen) (Roosendaals)
  12. Ieder trek'ut laoke nar z'n eigen kaant. (=Iedereen probeert er het meeste voordeel uit te halen.) (Baronies)
  13. Lach met den eige kapotte zokke. (=Lach om jezelf in plaats van een ander uit te lachen.) (Lanakens)
  14. locht op de bessem (=Oud genoeg om met meisjes uit te gaan) (Steenwijks)
  15. men haan krievele (=ik heb goesting om een pak rammel uit te delen) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. oe de gierigoard deure en oe de klotzak were (=iemand die uitgaat zonder geld uit te geven) (Langemarks)
  17. Pikt en dreven (=Netjes gekleed (om uit te gaan ) ) (Westfries)
  18. sliep-sliep (=de twee wijsvingers over elkaar wrijven om iemand uit te lachenn) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. stikt er joen Latien nie in (=doe geen moeite (om het uit te leggen) ) (Roeselaars)
  20. waat tösse de tenj zitj, moogs se altied aete’, zag de boor, toen hóng d’r mèt de vaste ein sjóngk inne aegt (=de tenj van ein aegt (Ned: eg). Zegswijze om onder een (vasten) gebod uit te komen.) (Heitsers)
  21. z`es nie op 'r plat gevallen (=ze is niet op haar mond gevallen, het goed weten uit te leggen) (Meers)
  22. Zo gierig dat-ie zelluf tegen de pui staat te pisse om een hond uit te sparen (=Zuinig zijn) (Rotterdams)
  23. Zo gierig dat-ie zelluf tegn de pui staat te pisse om een hond uit te sparen (=Zuinig zijn) (Mestreechs)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen