Spreekwoorden met `daad`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `daad`

  1. de daad bij het woord voegen (=onmiddellijk doen wat men zegt te zullen doen)
  2. de wil voor de daad nemen. (=waarderen dat het goed bedoeld is ook al pakte het anders uit)
  3. een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
  4. een goede daad is goud waard (=iemand helpen is goed)
  5. op heterdaad betrappen (=betrappen tijdens de misdaad)
  6. overdaad schaadt (=te veel van iets is schadelijk)
  7. tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (=praktische belemmeringen weerhouden ons van het realiseren van onze plannen.)
  8. wie de naam heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
  9. wijze raad Is halve daad. (=met verstandig advies ben je al halverwege om succesvol te zijn)

20 betekenissen bevatten `daad`

  1. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  2. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  3. op heterdaad betrappen (=betrappen tijdens de misdaad)
  4. zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
  5. dat maakt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
  6. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  7. de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
  8. de bui zien hangen (=een ongunstige situatie aanvoelen voordat deze zich daadwerkelijk voordoet)
  9. wie plast tegen de kerk, gaat gevaarlijk te werk (=een wandaad met verstrekkende gevolgen)
  10. er de hand in gehad hebben (=eraan meegewerkt hebben, met raad of daad)
  11. makkelijker gezegd dan gedaan (=het is eenvoudiger om iets te zeggen dan om het ook daadwerkelijk uit te voeren)
  12. corpus delicti (=het voorwerp van de misdaad)
  13. ondank is `s werelds loon (=men wordt zelden bedankt voor een goede daad)
  14. er gloeiend bij zijn (=op heterdaad betrapt zijn)
  15. iemand op iets aankijken (=over een eigenschap of daad van iemand niet tevreden zijn)
  16. doen is een ding. (=praten of plannen maken is gemakkelijk gedaan, daadwerkelijk actie ondernemen is veel moeilijker)
  17. pappen en nathouden (=situatie min of meer ongewijzigd te laten zonder een beslissing te nemen of daadwerkelijk een probleem op te lossen)
  18. met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht)
  19. de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
  20. in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)

2 dialectgezegden bevatten `daad`

  1. de maus him de hand gaeve (=jullie gelijken zo op mekaar in woord en daad) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. een Geskèètn Commessie (=ondankbare daad) (Kortrijks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen