Spreekwoorden met `stu`

Zoek

44 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `stu`

  1. aan een stuk door (=ononderbroken)
  2. als hamerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
  3. dat is een stuk! (=dat is een aantrekkelijk persoon)
  4. de beste stuurlui staan aan wal (=de toeschouwers kunnen het altijd beter dan de uitvoerders)
  5. de boel in het honderd sturen (=in de war maken/verstoren)
  6. de koorts/stuipen op het lijf jagen (=doen schrikken)
  7. de stuipen op het lijf jagen (=iemand felle schrik aanjagen)
  8. een aardige stuiver/duit (=een mooi kapitaal)
  9. een goed mondstuk hebben (=goed kunnen spreken)
  10. een kind om een boodschap sturen. (=niet de juiste persoon iets op laten lossen)
  11. een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
  12. een stuip krijgen van het lachen (=schaterlachen)
  13. een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
  14. een stuk in zijn kraag hebben (=dronken zijn)
  15. het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
  16. het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
  17. het stuur kwijt zijn (=de controle verloren hebben)
  18. iedere stuiver brengt zijn gierigheid mee. (=zelfs om kleine dingetjes kunnen mensen hebzuchtig zijn)
  19. iemand de laan uitsturen (=iemand ontslaan)
  20. iemand de stuipen op het lijf jagen (=iemand erg laten schrikken en/of bang maken)
  21. iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
  22. iemand uit kuieren sturen (=iemand wandelen sturen - niet geven wat hij verlangt)
  23. iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
  24. iemand van zijn stuk brengen (=iemand onzeker maken)
  25. iets te verhakstukken hebben (=nog iets met iemand te bespreken hebben, nog iets te doen hebben)
  26. ik geloof er in als een jood in Jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in)
  27. in adamskostuum (=naakt, zonder kleren)
  28. in het honderd sturen/lopen (=de boel met opzet mis laten lopen, in de war laten lopen)
  29. je kat sturen (=niet komen opdagen)
  30. lik op stuk (=direct afstraffen)
  31. met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
  32. op geen stukken na (halen) (=met grote achterstand iets niet halen)
  33. op je stuk staan (=zich niet laten ompraten en bij de eigen mening blijven)
  34. quod bonum felix faustumque sit (=moge dat goed en gezegend zijn) (Latijn)
  35. rijd een paard de rug niet stuk (=je moet niet altijd te veel eisen)
  36. stukken maken (=een grote indruk maken , veel kapot maken)
  37. tegen de borst stuiten (=ergens zwaar moeite mee hebben / met tegenzin ondervinden)
  38. van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
  39. van zijn stuk raken (=onzeker worden en niet meer weten wat te zeggen)
  40. van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
  41. van zijn voetstuk vallen (=ontmaskerd worden - de macht ontnomen worden)
  42. voet bij stuk houden (=niet toegeven, bij de eigen ideeën blijven)
  43. wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
  44. wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)

24 betekenissen bevatten `stu`

  1. aan de lopende band (=aan één stuk door; steeds maar weer)
  2. tegen de klippen op gaan (=aan een stuk doorgaan (met liegen))
  3. aan de groene tafel zitten (=bestuurslid zijn)
  4. om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
  5. als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
  6. de rotte appels uit de mand halen (=de minder getalenteerde personen wegsturen, de minder goede dingen sorteren van de goede dingen)
  7. het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
  8. een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
  9. de vierschaar spannen. (=een rechtzitting houden. (vierschaar = middeleeuws gerechtelijk bestuur))
  10. de drie h s meegeven (=iemand (zo mogelijk definitief) wegsturen)
  11. iemand het vierkante gat wijzen (=iemand de deur wijzen, wegsturen)
  12. iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
  13. iemand uit kuieren sturen (=iemand wandelen sturen - niet geven wat hij verlangt)
  14. iemand de deur wijzen (=iemand wegsturen)
  15. iemand het gat van de deur wijzen (=iemand zeggen dat die het pand moet verlaten of iemand wegsturen)
  16. het in de gort jagen (=in het honderd sturen)
  17. zonder mijn en dijn zou de wereld hemels zijn (=jaloezie en hebzucht maken de wereld een stuk minder fraai)
  18. een Salomonsoordeel vellen (=met een heel vraagstuk een zeer wijze en goede beslissing nemen)
  19. een rak in de wind (=met veel werk langzaam vooruit komen (een lang recht stuk tegenwind zeilen))
  20. onder de loupe nemen (=nader bekijken, aandachtig bestuderen)
  21. met Sint Juttemis als de kalveren op het ijs dansen (=nooit (Sint Juttemis valt op 17 augustus, en dan ligt er geen ijs))
  22. uit de lijken geslagen (=totaal van zijn stuk gebracht)
  23. van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
  24. vele kleintjes maken een grote (=veel kleine stukjes leveren uiteindelijk ook een geheel op)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen