Spreekwoorden met `stort`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `stort`

  1. de fiolen van zijn toorn uitstorten (=heftig uitvaren)
  2. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  3. instorten als een kaartenhuisje (=plots en snel in elkaar zakken, tenietgedaan worden)
  4. je hart uitstorten (=aan iemand alles (in vertrouwen) vertellen)

8 dialectgezegden bevatten `stort`

  1. ach man, val in mekaor/ zak in mekaor / stort in mekaar/koar (=ach man krijg wat...) (Utrechts)
  2. dae ès nog zjus goed vër op ët stort te goeje (=die is geen cent meer waard) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. das goed vër et stort (=dat is brol) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. ik stort in bonken (=ik ben moe) (Rotterdams)
  5. krijg du kippekoors / krijg de pleuris / val in elkaar / stort in elkaar / krijg een hartverzakking / flikkerstraolt dood / stik in je eigen braaksel./zak in elkaar, zak door de stront/val kapot/zak in je graf / donderstraolt in mekaar (=Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt III) (Utrechts)
  6. krijg du schijt / val kapot / zak in mekaar / stort in mekaar (=Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt II) (Utrechts)
  7. Man stort in mekaor!, krijg het heun en weer (=Krijg de pest,) (Utrechts)
  8. stort in mekoar ! / Val in mekoar ! (=val dood !) (Utrechts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen