40 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `stel`
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- de één mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. (=sommigen mogen alles, anderen mogen niets)
- de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
- de wet stellen (=zijn wil opleggen)
- distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
- er paal en perk aan stellen (=orde op zaken stellen)
- feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
- geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
- geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
- het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst (=het valt hem zwaar tegen)
- het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
- het regent pijpenstelen (=het regent heel hard)
- iemand de wet stellen (=iemand iets opdragen te doen)
- iemand op de proef stellen (=iemand testen om te zien of die te vertrouwen is of het aan kan)
- iemand ter aarde bestellen (=iemand begraven)
- iemand uit de loog borstelen (=hem nieuwe kleren geven)
- iets aan de kaak stellen (=bekend maken wat niet in orde is)
- in de schaduw stellen (=het beter doen dan een ander, iemand overtreffen)
- in de waagschaal stellen (=groot risico nemen)
- in gebreke stellen (=officieel stellen dat de taak niet naar behoren is uitgevoerd)
- in het ongelijk stellen (=ongelijk geven)
- je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
- kastelen in de lucht bouwen (=zich illusies maken)
- luchtkastelen bouwen (=zich illusies maken)
- met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
- op de hoogte stellen (=informeren)
- op een apostelpaard rijden. (=lopen)
- op het apostelpaard rijden (=te voet gaan)
- op stel en sprong (=direct en zonder uitstel.)
- paal en perk stellen (=de grens leggen / een einde stellen aan)
- prijs stellen op (=weten te waarderen, graag willen)
- stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen. (=wacht niet, morgen kan te laat zijn)
- uitgesteld is niet vergeten. (=uitstel is nog geen afstel)
- uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
- uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld Later gaat dit toch nog gebeuren)
- van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
- zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als kastelen (=door zuinig en ijverig te zijn, kan men veel bereiken)
94 betekenissen bevatten `stel`
- distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden / beloven, maar steeds weer uitstellen)
- alles op haren en snaren zetten (=alle middelen aanwenden / alles in het werk stellen)
- de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
- alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
- uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
- in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
- wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
- in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
- buiten westen (=bewusteloos)
- van de sokken gaan/raken/vallen (=bewusteloos vallen)
- de puntjes op de i zetten (=de details erbij zetten - orde op zaken stellen)
- paal en perk stellen (=de grens leggen / een einde stellen aan)
- op stel en sprong (=direct en zonder uitstel.)
- door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
- voor Pampus liggen (=dronken of bewusteloos zijn)
- jut en jul (=een apart of raar stelletje)
- zand schuurt de maag (=een beetje zand eten is niet erg (meer algemeen: stel je niet aan!))
- een te grote broek aantrekken (=een doel stellen waarvoor je niet de benodigde middelen hebt)
- het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
- de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
- hoe eerder dood, hoe eerder begraven. (=een nare klus beter niet uitstellen)
- een pleister op een houten been (=een nutteloos voorstel)
- vegen met de spons van blanus (=een teleurstelling ondervinden)
- iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
- een man in bonis (=een welgesteld man)
- hartzeer van iets hebben (=er geestelijk onder lijden)
- geen turf hoog zijn (=erg klein zijn, erg teleurgesteld zijn)
- naar iets talen (=ergens belangstelling voor hebben)
- iets niet over zijn hart kunnen krijgen (=ergens niet toe kunnen komen of ergens op gesteld zijn)
- arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
- aan de beterhand (=genezend, herstellend)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- het mes snijdt aan twee kanten (=het levert dubbel voordeel op (NL.) Er zijn niet alleen voordelen aan verbonden, je kan eender wat vanuit verschillende en zelfs tegengestelde standpunten bekijken (BE).)
- weinig om het lijf hebben (=het stelt niet veel voor.)
- de omgekeerde wereld (=het tegenovergestelde van wat normaal en logisch is)
- als hamerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- vragen staat/is vrij (=iedereen heeft de gelegenheid om vragen te stellen)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand met een zwarte kool tekenen (=iemand erg ongunstig voorstellen)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld Later gaat dit toch nog gebeuren)
- iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
- op de lange baan schuiven (=iets uitstellen of vertragen.)
- voor dood achterlaten (=in de steek laten zonder hoop op herstel.)
34 dialectgezegden bevatten `stel`
- A-j laast em moe-j kraben (=stel jezelf gerust) (Giethoorns)
- Anderhalleve cent (=(Getrouwd) stel dat veel in lengte verschilt) (Zaans)
- bedoot dich get (=stel je niet aan) (Heitsers)
- ben je wel droog achter je oruh (=wat stel je nou voor) (Westlands)
- bennie al droog achter je orêh? (=wat stel je nou helemaal voor?) (Westlands)
- boezjie: De boezjie vastagen (=Voor spek en bonen bij een vrijend stel zijn) (Lebbeeks)
- Da's oak 'n stel potten en pannen (=Het is vreemd stel (Tholen ) ) (Zeeuws)
- dat stel ik slim op pries (=dat waardeer ik ten zeerste) (Westerkwartiers)
- dich moes 'nen aanere z'n aerte nie poole. (=stel u niet in de plaats van een ander.) (Genker)
- doë bèn ich nie mèt opgezatte (=daar stel ik geen prijs op) (Bilzers)
- Doe kèns dich get bedoon (=stel je niet zo aan) (Gelaens (Geleens))
- dr bin dr hin viere bedurven (=een stel wat niet deugt) (Zeeuws)
- haattech goed (=stel het goed) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae veultj zich good op ziene stèl (=hij voelt zich op z’n gemak) (Heitsers)
- He-j d'r last van? Ziet da-j d'r gemak van krieg! (=stel je niet zo aan!) (Achterhoeks)
- Ich vroëg toch ook nie offen koe het graos datse it lekker vénd (=stel niet zulke domme vragen) (Bilzers)
- In kenisse zien (=Een stel vormen met iemand) (West-Vlaams)
- jut en jul (=apart stel) (Westerkwartiers)
- loët aandër vandaog nog doen woste vandaog zelf nimei kons aofkrijge (=stel nooit uit tot morgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- moet dat op stel en sprong? (=moet dat echt nú?) (Westfries)
- mot dat op stel en sprong (=moet dat meteen) (Westerkwartiers)
- ne mangel kueuren (=een stel schoven koren) (Overmeers)
- oe zoe je zelve zijn (=stel je in zijn / haar / hun plaats) (Waregems)
- oe zoeje zelve zien! (=stel je in zijn / haar / hun plaats!) (Ostêns)
- oe zoeje zelve zijn! (=stel je in zijn / haar / hun plaats!) (Waregems)
- Op stel en sprong (=Op stip en sprong, meteen) (Genneps)
- stel diech neet aon, drek sjoord de maog (=een beetje zand in de salade) (Mestreechs)
- stel het wel (=het ga je goed) (Veurns)
- Stèl nauts aut tot mûrge woste vendaog nog der aander kons létte doen (=laat vooral onmiddellijk uitvoeren) (Bilzers)
- Stèltj neet oet tot mörge waat gae vandaag door ' nen angere kóntj laote doon! (=stel niet uit tot morgen wat je vandaag door een andere kan laten doen!) (Kinroois)
- te pòst èn te pèèrd te vèld (=op stel en sprong erop uitgaan) (Tilburgs)
- Verbeel(d) je dat.... (vragend) (=stel jezelf (nou) eens voor dat ... etc..) (Utrechts)
- zèn wuw blêef zitte meej un kwak klèèn jong (=zijn weduwe bleef achter met een stel kleine kinderen) (Tilburgs)
- Zie hebt 't nös mooi onder 'n boom ligg'n (=Het stel is uit elkaar (huwelijk op de klippen) ) (Twents)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen