28 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `rake`
- aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
- aan lager wal geraken (=fortuin verliezen; arm en berooid worden)
- een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
- een harde noot kraken (=dingen bespreken die moeilijk liggen, een moeilijk karwei doen)
- een krakende wagen (=een onzekere zaak - iemand met een zwakke gezondheid)
- een lelijke noot met iemand te kraken hebben (=met iemand nog iets af te rekenen hebben)
- ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
- harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
- het grootste mirakel duurt maar drie dagen. (=mensen vergeten snel)
- ik zal je krakepitten (=ik zal je krijgen!)
- in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
- in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
- in zwang komen / raken (=iets wordt een modeverschijnsel)
- je gal spuwen/uitbraken (=iets afkeuren en dat duidelijk laten merken)
- kant noch wal raken (=totale onzin zijn)
- krakende wagens lopen/rijden het langst (=nieuw hoeft niet altijd beter te zijn / mensen die vaak ziek zijn worden vaak toch heel oud)
- niet van het ene brood tot het andere weten te geraken (=niet rond kunnen komen)
- onder de voet geraken (=uitgeput raken, ziek worden)
- onder de voet raken (=vallen)
- overstag raken (=de wind van voren krijgen)
- steeds verder van huis raken (=verder van je doel afraken)
- tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
- van de sokken gaan/raken/vallen (=bewusteloos vallen)
- van de wal in de sloot raken (=van de ene slechte situatie in een andere terechtkomen.)
- van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
- van zijn stuk raken (=onzeker worden en niet meer weten wat te zeggen)
- wie de teugel slap laat hangen, kan met een mak paard nog op hol raken. (=blijf altijd aandachtig en geconcentreerd)
- wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)
28 betekenissen bevatten `rake`
- aan beurt komen (=aan werk geraken)
- je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
- een bodemloos vat zijn (=altijd te weinig van iets zijn of opraken)
- wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
- iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
- op je zenuwen leven (=bijna overspannen geraken)
- uit je dak gaan (=buiten zinnen raken)
- iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
- in de knoop zitten (=er niet meer wijs uitraken - van slag zijn)
- je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)
- van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
- aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
- aan mijn nooit niet (=geen sprake van)
- schipbreuk lijden (=het niet tot zijn doel geraken / mislukken)
- in iemands zwak tasten (=iemand op een gevoelige plek raken)
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- de handen thuis houden (=niet aanraken)
- over zijn nek gaan (=overgeven, braken, iets vies vinden)
- het niet meer hebben (=totaal in verwarring geraken - van de kook zijn)
- man met de hamer tegenkomen (=totaal uitgeput geraken)
- onder de voet geraken (=uitgeput raken, ziek worden)
- van zijn veren laten (=van zijn eer kwijtraken)
- gevleugelde woorden (=veel gebruikte en breed gedragen uitspraken)
- steeds verder van huis raken (=verder van je doel afraken)
- zo gewonnen, zo geronnen (=wat je makkelijk hebt gewonnen, kun je ook makkelijk weer kwijt raken)
- we zullen ze eens een poepie laten ruiken (=we zullen iets doen dat hen zal verbluffen (vooral toegepast in situaties waar sprake is van competitie))
- het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)
- er onderdoor gaan (=ziek worden, bankroet gaan, oververmoeid raken)
2 dialectgezegden bevatten `rake`
- gein zeik blom rake (=er niets van terecht brengen) (Mestreechs)
- Òp ‘t rooie dörp rake (=Failliet gaan, arm worden) (Volendams)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen