Spreekwoorden met `ook`

Zoek

49 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ook`

  1. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  2. altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
  3. dat is ook geen heksen (=dat is wel heel gemakkelijk)
  4. de rook kan het hangerijzer niet deren (=het heeft geen zin te proberen iets dat vast staat te veranderen)
  5. een blind varken vindt ook nog wel eens een eikel. (=zelfs iemand die niet erg intelligent is heeft soms geluk en doet iets goed)
  6. een blinde kip vindt ook nog wel eens een graankorrel. (=zelfs iemand die niet erg intelligent is heeft soms geluk en doet iets goed)
  7. een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
  8. een goed zeeman wordt ook wel eens nat (=ieder kent zijn tegenslagen)
  9. een kruimeltje is ook brood (=wees gelukkig met wat je hebt)
  10. een onbekookt plan (hebben) (=een plan hebben waar niet goed over is nagedacht)
  11. een paard, dat voor de tweede keer de sprong niet neemt, neemt hem ook voor de derde keer niet. (=iemand die al twee keer geen beslissing durft te nemen, komt nooit tot een besluit)
  12. een speld heeft ook een kop. (=kinderen doen het liefst wat ze zelf willen)
  13. garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  14. geen rook zonder vuur (=er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
  15. heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
  16. heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
  17. het beste paard struikelt ook wel eens. (=iedereen maakt wel eens een fout)
  18. het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.)
  19. het oog wil ook wel wat (=het uiterlijk van iets speelt ook een rol)
  20. het wierookvat zwaaien (=lof toezwaaien)
  21. hoer en tollenaar zijn onze lieve Heer ook dierbaar (=hoe slecht je afkomst is, God houdt van je)
  22. in het gareel lopen (ook: in de pas lopen) (=precies zo doen als de anderen)
  23. in rook opgaan (=in het niets verdwijnen)
  24. je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid (=je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen)
  25. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  26. late haver komt ook op (=het is niet omdat iets laat komt, dat het niet goed zou zijn)
  27. met je hoed in je hand kom je door het ganse land (maar met je pet op je test kom je er ook best) (=met beleefdheid kun je veel bereiken)
  28. ook de beste boom geeft slechte vruchten (=zelfs goede ouders kunnen kinderen hebben die het verkeerde pad inslaan.)
  29. ook de ceders van Libanon worden afgehouwen (=ook heilige dingen vergaan)
  30. ook een raspaard schijt als een karhengst. (=rangen en standen maken mensen niet meer of minder waard)
  31. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  32. ook van de mosterd eten (=veel geld aan iets verliezen)
  33. paarden vallen ook al hebben zij vier benen. (=iedereen maakt fouten)
  34. schone appels zijn ook wel zuur. (=een mooie vrouw is niet vanzelfsprekend een goede echtgenote)
  35. van de kook zijn (=helemaal in de war zijn)
  36. van liefde rookt de schoorsteen niet (=van de liefde alleen kan je niet leven)
  37. verstand hebben van gekookt eten. (=ergens verstand van hebben.)
  38. vuil water blust ook vuur. (=in moeilijke situaties moet je creatief en niet te kieskeurig zijn)
  39. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  40. waar geen vis is, is haring ook vis (=je moet voor alles moeite doen)
  41. waar rook is is vuur (=waar geruchten over wangedrag zijn, zal er ook wel iets mis zijn)
  42. wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
  43. wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
  44. wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
  45. wie vis heeft, moet ook de graat hebben (=je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen))
  46. wierook toezwaaien (=lof toezwaaien)
  47. zachtgekookt ei (=onheldhaftig persoon)
  48. zo stoned zijn als een garnaal (ook makreel) (=onder invloed zijn van hasj)
  49. zoals de vos steelt, steelt ook het vosje. (=valse ouders hebben valse kinderen.)

128 betekenissen bevatten `ook`

  1. een groentje zijn (=(ook: Groen als gras zijn. ) Ergens nog geen ervaring mee hebben)
  2. al etende krijgt men trek / honger. (=al etende krijgt men steeds meer trek (ook figuurlijk).)
  3. het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
  4. zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
  5. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
  6. als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
  7. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  8. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  9. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  10. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  11. wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
  12. gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
  13. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  14. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  15. niet geschoten is altijd mis (=als je het niet probeert, komt er ook niks van)
  16. belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
  17. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  18. een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan moet je je daar ook aan houden)
  19. hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
  20. veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
  21. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  22. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  23. handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
  24. wie gekheid zaait zal dwaasheid oogsten. (=als je ongebruikelijke dingen doet krijg je ook ongebruikelijke resultaten)
  25. er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
  26. er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
  27. er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
  28. de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
  29. holle vaten klinken het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  30. het slechtste wiel van de wagen kraakt meest. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  31. ijdele tonnen rollen het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  32. de haan is de baas als de hen niet thuis is. (=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)
  33. de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
  34. de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
  35. altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
  36. er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
  37. het gras kunnen horen groeien (=erg verwaand zijn - ook gezegd als het ergens muisstil is)
  38. altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
  39. zo glad als een aal (=geslepen, uitgekookt, iemand die zich overal uitpraat)
  40. ter ziele zijn / ter ziele gaan (=gestorven zijn of sterven, ook figuurlijk: iets dat niet meer bestaat of actief is)
  41. alle mensen moeten leven (=gun de anderen ook wat)
  42. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
  43. makkelijker gezegd dan gedaan (=het is eenvoudiger om iets te zeggen dan om het ook daadwerkelijk uit te voeren)
  44. het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
  45. het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
  46. fiat justitia et pereat mundus (=het recht moet zegevieren ook al vergaat de wereld)
  47. het oog wil ook wel wat (=het uiterlijk van iets speelt ook een rol)
  48. een vogel kent men aan zijn veren (=het uitwendige zegt ook iets over de aard, het karakter)
  49. er een handje van hebben (=hinderlijke gewoonte, als iemand de kans ergens toe ziet die ook nemen, een ander het werk laten doen)
  50. koste wat kost (=hoe dan ook. (ook wel: coûte que coûte))

50 dialectgezegden bevatten `ook`

  1. `olliede gullie den ölliejen ôok ` (=`oliën jullie die van jullie ook `) (Tilburgs)
  2. 'k klappe uuk Gents (=ik praat ook Gents) (Gents)
  3. 'k ziet 't al, de lâmp hânk scheef / Dat ken bruintjie niet meer trekku / me schort is bijna leeg / 't zwartu zoad is ook al op / 'k het niks meer te makkuh / ik het/hep/heb pijn aan me portemonnaie / portemetniks (=het geld is bijna op...) (Utrechts)
  4. 'kemmer ok zekken (=ik heb ook zulke) (Willebroeks)
  5. 'kènk al, 'kènk òk (=kan ik al, kan ik ook) (Steenbergs)
  6. 'n Langsten dag hef ok nen oamd (=De langste dag heeft ook een avond) (Twents)
  7. 'n vleegende krauw vunk mië dan ein zittende (=iemand die op veel plaatsen komt, krijgt meestal ook vanalles) (Steins)
  8. 't 'n steekt zooë nauwe nie (=zo nauwkeurig hoeft het nu ook niet te zijn) (Waregems)
  9. 't beste peerd strukelt ok wel es (=ook de beste mensen laten wel eens een steek vallen) (Westerkwartiers)
  10. 't Fienste is oek jen oar zeker? (=Je bent ook niet zo fijn van begrip zeker?) (Poperings)
  11. 't is all niet dat oar snien, 't is all die kruljes legn (=als je aan iets begint, moet je het ook kunnen afwerken) (West-Vlaams)
  12. 't is bezijen of ook bachten de hoek bv. (=Achter iets komende of liggende,) (Maldegems)
  13. 't is duvelkeskermès (=als het regent en ook de zon schijnt) (Sint-Niklaas)
  14. 't is niet altied rozegeur en moaneschien (=er zijn ook wel eens dagen dat het wat minder gaat) (Westerkwartiers)
  15. 't is niet goed, of 't deugd niet (=het is ook nooit goed) (Westerkwartiers)
  16. 't is weinig as 't nie 'edeild kan worre en veul as 't nie op kan (=je kunt alles delen, maar kunt ook alles wel op maken) (Nijkerks)
  17. 't Komt op een dood peerd ok gien steek meer an (=Dat kan er ook nog wel bij) (Zaans)
  18. 't leste schip moet ook vracht hemm'n (=je moet ook wat bewaren voor laatkomers) (Westerkwartiers)
  19. 't oog wil ok wat! (=het moet niet alleen goed zijn, het moet ook mooi zijn) (Westerkwartiers)
  20. 't stikt zo na nie (=zo perfect moet het nu ook wel niet zijn) (Sint-Niklaas)
  21. 't tocht mie lik (=dat had ik ook al gedacht) (Wevelgems)
  22. 't wordt buug'n of barst'n (=we zetten hoe dan ook door) (Westerkwartiers)
  23. 't zal deurgoan, al moet de onnerste steen ok boov'm komm'm (=het moet hoe dan ook gebeuren) (Westerkwartiers)
  24. 'Va, gaot ezels ok trouwn ' 'Allene ezels trouwt, mien jong.' (='Vader, trouwen ezels ook ' 'Alleen ezels trouwen, m'n zoon.') (Sallands)
  25. " t'Is druk in de Spuistraat" (=Deze uitdrukking staat voor algemene drukte, waar dan ook) (Dordts)
  26. "Vuile plékke, Neuske trékken" en dit werd dan ook daadwerkelijk gedaan (=Over vlekken maken) (Lokers)
  27. ' k zit hier niet om vlieg' n te vang' n (=als ik hier ben wil ik ook wat doen) (Westerkwartiers)
  28. ' n oale katte wul ok nog wel ' ns e-eaid wörn (=oude mensen willen ook aandacht) (Vechtdals)
  29. ' t is dn deger wa (=het is ook altijd wat) (helmonds)
  30. ' t oog wil ok wat (=het moet er ook nog eens goed uit zien) (Westerkwartiers)
  31. a jie ' t eh mok ' t ok eh (=als jij het heb moet ik het ook hebben) (Zeeuws)
  32. A-j over de hond koemen, koem ie ook over de start (=Wie A zegt, moet ook B zeggen) (Giethoorns)
  33. A-j over de hond koemen,koem ie ook over de start (=Wie A zegt moet ook B zeggen) (Giethoorns)
  34. A'j dr bunt, mojje dr ok wean (=Als je er bent, moet je er ook wezen.) (Twents)
  35. a'j kniene hebt, he'j ok köttels (=wie ergens de lusten van heeft, heeft er ook de lasten van) (Twents)
  36. a'j ow van 't domme hold hoe'j ow ok niks te verantwoordn. (=als je niet te veel zegt / doet kan men je ook niet beschuldigen) (Vechtdals)
  37. A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=waar je dialect kunt praten, daar moet je het ook doen.) (Vechtdals)
  38. a' j ' n kearl nödig hebt is heej d' r ook nooit (=heb je hem een keer nodig, is hij er weer niet) (Twents)
  39. a' j neet naor buutn gaot, kom ie ok nargens (=Als je niet naar buiten gaat, kom je ook nergens) (Achterhoeks)
  40. A' j niks zegt, völt' t ok niet op da' j dom bunt. (=Als je niks zegt, valt het ook niet op dat je dom bent) (Achterhoeks)
  41. aa, dinge dae zen K.nie kos vringe (=dinge, hoe heet die nu ook weer) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. aahee oak van dee boter gefret (=ze hebben hem ook liggen) (Antwerps)
  43. aander lu bin ook lu (=ander lui ben ook lui) (Zeeuws)
  44. aaner luu benn'n ok luu (=ander volk is ook volk) (Westerkwartiers)
  45. âchte (r) lijke vaak ook nog et het woord imbeciel er expliciet achter. / gestoarde/ mafketel/ halleve zool (=imbeciel) (Utrechts)
  46. ade nie te haug vlig, kan ook nie leig valle (=hoge bomen vangen veel wind) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. ai geen kop heb kun ie ook nie uut roam kiekn (=als je geen hoofd hebt kun je ook niet uit het raam kijken) (Sallands)
  48. Aj niks zeit hej ok niks te verantwoord'n. (=Wanneer je niets zegt, heb je ook niets te verwantwoorden.) (Twents)
  49. ak naa mar wies wèk wô..........., dan hak òk wè, war paa.......!!! (=als ik nu maar eens wist, wat ik wilde............dan had ik ook wat, of niet vader..........!!!) (Tilburgs)
  50. al geit kuupke d'n boam oet....... (=wat er ook zal gebeuren................) (Tegels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen