12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `lep`
- de bok slepen (=uitsloven om niks)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- de lepelziekte hebben (=weinig eten)
- iets in de wacht slepen (=op oneerlijke manier verkrijgen, iets in bezit krijgen voor weinig geld)
- iets met de paplepel ingegoten krijgen (=iets van kinds af aan leren.)
- in de wacht slepen (=winnen - verwerven)
- met de haren erbij slepen (=iets erbij halen dat er niets mee te maken heeft)
- oogkleppen dragen (=iets niet (willen) zien)
- tussen lepel en mond valt veel pap op de grond (=problemen komen vaak pas op het laatst)
- uit vuile lepels eten (=staat U te wachten als het slecht afloopt)
- wie met de duivel uit één schotel wil eten, moet een lange lepel hebben. (=het valt niet mee iemand te bedriegen, die er zelf bedrieglijke parktijken op na houdt.)
- zijn mond gaat als een lazarusklep (=hij spreekt altijd)
4 betekenissen bevatten `lep`
- een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, maar de gevolgen slepen lang aan)
- zo glad als een aal (=geslepen, uitgekookt, iemand die zich overal uitpraat)
- wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
- het hoofd koel houden (=kalm blijven, zich niet door de spanning laten meeslepen)
24 dialectgezegden bevatten `lep`
- bau ët hat van vol ès, lëp te mond van iëvër (=het is moeilijk niets te laten blijken als je van iets vervuld zijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- da lëp makkemêntëg (=dat loopt niet van een leien dak) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj lëp op hër lèste been (=ze gaat eerstdaags bevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae / daaj lëp waaj e sjauthindsje aater mich aon (=ik geraak nooit van hem / haar af!) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae halkëtie hoch geen roj sent mei op zën lêp (=die smeerlap had geen cent meer op zak) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae lëp nogal stijf (=hij is zat) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat zin lep (=kom dat tegen!) (Bilzers)
- dat zin lêp (=dat is straffe kost) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kaaë sjoejër lëp mich ieëvër de strank (=er lopen koude rillingen over mijn rug) (Munsterbilzen - Minsters)
- de misiêre lêp aon zên diêr aut (=je ziet zo de ellende) (Munsterbilzen - Minsters)
- het smaad lëp ëm ieëvër zënë kraog (=hij is onverzorgd want het oorsmeer loopt uit zijn oren) (Munsterbilzen - Minsters)
- het zweet lëp mich doeër mën voeër (=mijn broek is nat van het zweet) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd op zën lep hëbbe (=niet afgeraken van iemand) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd op zën lêp hëbbe (=iemand ten laste (in de kost of aan zijn benen) hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemes op zen lêp hëbbe (=opgezadeld zitten met iemand) (Munsterbilzen - Minsters)
- mèt iemëd op zën lêp zitte (=met iemand opgescheept zitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- niks op zën lêp hëbbe (=niks bezitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- op zen lêp hêbbe (=aan zijn been hebben) (Bilzers)
- opte lêp goën (=op stap gaan -gaan drinken) (Munsterbilzen - Minsters)
- opte lep gon (=op de lappen gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- opzen lêp (=opgezadeld) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze lëp op her leste been (=ze gaat binnenkort bevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zèen / eur lep trekken (=pruilen) (Wichels)
- zèn lep loaten angen (=misnoegd zijn) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen