10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `leef`
- gauw is dood en langzaam leeft nog. (=iets te snel doen is niet goed)
- geen oud wijf bleef aan het spinnewiel (=iedereen kwam kijken)
- leef niet om te eten maar eet om te leven (=vergeet niet om ook plezier te maken in het leven)
- van de kleef zijn (=gierig zijn)
- van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
- van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
- wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
- wie dan leeft die dan zorgt (=geen zorg om de toekomst van anderen)
- wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
13 betekenissen bevatten `leef`
- op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
- lief en leed delen (=allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben)
- tussen mal en dwaas zijn (=de bakvisleeftijd hebben)
- het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
- een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvattingen)
- veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
- wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
- over de doden niets dan goeds (=men ziet kwaadspreken over overledenen als iets heel onbeleefd, er mag niet gespot worden met de dood)
- met je hoed in je hand kom je door het ganse land (maar met je pet op je test kom je er ook best) (=met beleefdheid kun je veel bereiken)
- het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
- schenking met de warme hand (=schenken terwijl men nog leeft (erfenissen))
- bijl en blok zijn behouden. (=vrouw en kind hebben de bevalling overleefd.)
- het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)
20 dialectgezegden bevatten `leef`
- aste nau en dan ès trëg kieks op ze laeve, laefste twei kër (=wie van herinneringen kan genieten, leef meerdere keren) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès joenk en de wilds tër mér op los (=als je jong bent leef je wild en onbezonnen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de mikker (maker) leef nog (=gebroken servies e d) (Zeeuws)
- den doaver oep het lèèf hemme (=trillen van angst) (Winksels)
- ge keu nie en, en tegoed en (=leef vandaag) (Knesselaars)
- ie weet van voorn nie of atn van achter leef (=dom figuur) (Zeeuws)
- ik maok ut nie lang mir (=ik leef niet lang meer) (Oudenbosch)
- ik oo d'n dauver op mèen lèef (=ik was erg bang) (Wichels)
- kiekn wat 't wød (=leef de dag) (Vechtdals)
- leefde, leefs, mien leef (=liefde, liefs, mijn lief) (Mestreechs)
- onze vadder teegen ut lèèf lôope (=mijn vader tegenkomen) (Tilburgs)
- spaor dich mér goed, de kraajgs ët laotër ammël mèt (=leef alles op want je pakt niets mee in je graf) (Munsterbilzen - Minsters)
- Vaal dood maot, leef ie nog? (=Dat is lang geleden dat ik je heb gezien) (Steenwijks)
- Váke beij te bangge (=leef nu je kan) (Sallands)
- val dood, lèèf ie nog? (=wat 'n verrassing jou te zien) (Zwols)
- val dôot!! lèèf de gè nòg (=wat een verrassing!! leef jij nog) (Tilburgs)
- Valt kapot lèfde gai ok nog (=Hey, leef jij ook nog) (Helmonds)
- van dik holt zoagt men plank; n (=leef er maar op los!!) (Westerkwartiers)
- woste nau hëbs, hëbste gehad ! (=leef vandaag, morgen is het misschien te laat) (Munsterbilzen - Minsters)
- zè leéf uitspoagen (=heel hard overvegen) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen