Eén spreekwoord bevat `kapot`
- niet kapot zijn van (=niet veel op hebben met)
5 betekenissen bevatten `kapot`
- alles kort en klein slaan (=de hele inboedel kapot slaan)
- stukken maken (=een grote indruk maken , veel kapot maken)
- het is naar de maan (=het is kapot)
- tot moes slaan (=iets helemaal kapot slaan)
- naar de Filistijnen (=reddeloos verloren / kapot)
50 dialectgezegden bevatten `kapot`
- 't es de steukke vanien (=Het is helemaal kapot) (Walshoutems)
- 't ès om ziebe (=Het is kapot) (Deinzes)
- 't glas is geelegans kapot (=het glas is helemaal kapot) (Sint-Niklaas)
- 't is no de wup (='t is kapot) (Veurns)
- 't Was oalemoal noar den duvel (=Alles was kapot) (Bambrugs)
- Aa ei zaa waaf kapot gemokt (=Hij heeft zijn vrouw vermoord) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa eitem kapot gemokt (=Hij heeft hem vermoord) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- an den oals bringn (=kapot laten gaan) (Knesselaars)
- bitter'n auw perd kapot als un jong overstuur (=de oudere generatie doet het wel) (Schijndels)
- da spul is kapot (=dat instrument is stuk) (Brasschaats)
- dae haet eine kop wie eine tujerpoes (=op een ‘tujerpoes’ wordt met een grote hamer geslagen, waardoor de bovenkant splijt en kapot gaat: je hoofd lijkt op deze paal (niet bepaald complimenteus dus)) (Heitsers)
- daor is gèn koe ân kapot (=dat is geen ramp) (Genneps)
- Daor ligge de muus kapot vúr de kást (=Daar is (van armoe) niks te halen) (Wells)
- dat spieël wërk nimei (=het is kapot) (Munsterbilzen - Minsters)
- de gierighied beskijt de wijshied (=goedkope herstellingen gaan weer snel kapot) (Waregems)
- de lagers deroet höbbe (=kapot moe zijn) (Roermonds)
- de meus ligge vur de kast kapot (=er is geen geld / niks te eten) (Gemerts)
- Die is naar z'n grootje (=Dat is kapot) (Rotterdams)
- Dj'êt het no de voinkes gehollepe (=Je hebt het kapot gemaakt) (Walshoutems)
- Dor is gén koe ân kapot (=Dat is niet zo erg) (Genneps)
- doubel tuuëpe (=gans kapot) (Ouwegems)
- E getutst ei (=Een kapot ei) (Walshoutems)
- e glas in gruizelingen (gruizelmengten) sloagen (=een glas kapot slaan) (Sint-Niklaas)
- Een zeper(d) (=een mislukking, een slechte aankoop, een kapot ding etc) (Utrechts)
- eet verdisterweire (=iets kapot maken) (Overijses)
- En de Poembak, den poembak, den poembak is kapot (=En de wastafel, de wastafel, de wastafel is stuk) (Oostmals)
- ët glaos voel èn alle géddëre auteen (=het glas viel in duizend stukken kapot) (Munsterbilzen - Minsters)
- gans noa de klitse (=helemaal kapot) (Sint-joasters)
- ge kunt un dikken tokus krijgen gij (=je kunt kapot vallen) (Tilburgs)
- gi'j heb 't goedwies kapot (=jij bent gek) (Diems)
- goeje koop ès diere koop (=iets wat goedkoop is, is gauw kapot) (Munsterbilzen - Minsters)
- He hef zien goodwies kapot (=Hij heeft zijn verstand verloren) (Twents)
- hee hef de goedwis kapot (=onzin praten) (oldebroeks)
- Hej hèt de boks nie' kapot (=Hij heeft geld genoeg) (Huissens)
- Het viel kapot in gruzelementen ! (=het viel stuk in duizend stukjes) (Utrechts)
- Hi'j is elemaole uut e'skrangn (=Hij heeft zich kapot gewerkt) (Giethoorns)
- Hij is Kassiewijile / Hij is de pijp / piep uit./ Hij is kapot / Hij heb de pijp aon maartuh gegeve/ Hij is gaan hemeluh (=Hij is dood) (Utrechts)
- Ich bèn vaerdig (=Ik ben kapot) (Hulsbergs)
- ich höb mich besjoerdj (=ik heb me kapot gelachen) (Sint-joasters)
- ich kraajg êrm zin van dich (=ik ga eraan kapot als je zo blijft zeuren) (Munsterbilzen - Minsters)
- iech staon in eine luter (=ik zweet mij kapot) (Mestreechs)
- Iet denalsbreeke (=Iets kapot doen) (Zoutleeuws)
- iets noar de kluten helpen (=iets kompleet kapot maken) (Lovendegems)
- Ik ben aardig buffel (=Ik ben kapot) (Lopiks)
- ik hew de leg uut (=ik ben kapot moe) (Leewarders)
- Ik pik 't af (=Ik ga kapot van de hitte.) (Kerkdriels)
- ik ree mee munne kreugel nun kinkendut tege de kaaibaand kapot (=ik heb met mijn kruiwagen een kikker tegen het trotoirband doodgereden) (Tilburgs)
- je got anden ols briegn (=je zult het kapot maken) (west-vlaams)
- jelpt het ol an de kloîtn (=hij maakt alles kapot) (Kortemarks)
- jester van kapot / ie 'n ester nie goe fan (=hij is erg aangeslagen) (Waregems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen