Spreekwoorden met `kan geen`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kan geen`

  1. je kan geen ijzer met handen breken (=men kan het onmogelijke niet doen)
  2. je kan geen kaalkop bij het haar vatten (=bij de arme valt niets te rapen)
  3. je kan geen kei het vel afstropen (=bij de arme valt niets te rapen)
  4. je kan geen omelet maken zonder eieren te breken (=soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken)
  5. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)

Eén betekenis bevat `kan geen`

  1. op twee paarden blijven rijden. (=men kan geen keus maken)

23 dialectgezegden bevatten `kan geen`

  1. 't is ne vrouzot (=hij kan geen enkele vrouw met rust laten) (Sint-Niklaas)
  2. A sprekt Antwaarps van gotterligge (=Hij probeert maar kan geen Antwerps spreken) (Antwerps)
  3. al vallend graut wiëne (=zonder tegenwind kan geen vlieger omhoog gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Da mesan nie. / Gieën mesant! (=Dat kan geen kwaad.) (Evergems)
  5. daaj kan geen moeët haage (=zij kent haar grenzen niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. dae hilt zënen tetter geen sëkon (=hij kan geen momentje zwijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. dae kan geen naut zoe graut as een koe laeze (=hij kent niets van muziek) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. dat ken gien stand holl' n (=dat kan geen stand houden) (Westerkwartiers)
  9. de kons nie de klok loje en tegelijk èn de persessë mètgoën (=je kan geen 2 dingen tegelijk doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. de kons nie teglijk èn de persessë mètgoën en de klok lojë (=je kan geen twee zaken tegelijk doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. die vlieger gijt niet op (=dat kan geen doorgang vinden) (Westerkwartiers)
  12. geld mok nie gelèkkëg, gee geld heilegans nie (=een beetje geld kan geen kwaad) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. hij zit as 'n röt ien 'e val (=hij kan geen kant uit) (Westerkwartiers)
  14. ich kan geen naut mei autbringë (=ik ben bekaf) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. ie es z'n touwe kwij (t) (=hij kan geen antwoord geven) (Waregems)
  16. ie zit ip drooêg zoad (=hij kan geen kant meer op (financieel) ) (Waregems)
  17. oe kan geen omelette bak'n zonder het ei te brek'n (=je kan geen omelet bakken zonder het ei te breken) (Twents)
  18. Ooie en menne da gae nie saemen (=je kan geen twee dingen tegelijk) (Zeeuws)
  19. Sjawelen en braaien go nie saomen (=Je kan geen twee dingen tegelijkertijd doen) (Beerses)
  20. Twei gelouve op ien kusse, deer sleipt de duvel tusse (=Op een zogenaamd gemengd huwelijk kan geen zegen rusten) (Westfries)
  21. uh pötsje kinne breke (=hij kan geen kwaad doen) (Mestreechs)
  22. Z' èn doa gin dère van (=Dit is voor hen niet nadelig, het kan geen kwaad) (Wevelgems)
  23. ze hemm'n 'em schoakmat (=hij kan geen kant meer uit) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen