3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kan er`
- het kan er mee door (=het gaat wel, het is aanvaardbaar)
- het kan er niet af (=er is niet genoeg geld voor)
- je kan er je kont niet keren (=gezegd als het erg druk is)
7 betekenissen bevatten `kan er`
- `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
- er dienen geen twee masten op een schip (=er kan er maar één het bevel voeren)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
- wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in (=wie een ander iets wil misdoen, kan er zelf het slachtoffer van worden)
50 dialectgezegden bevatten `kan er`
- ' T is gjeene njeemer ee (=Dit kan er nog wel bij) (maldegems)
- 'k weed-er gieënn blijf mee (=ik kan er geen weg mee) (Kaprijks)
- 't bijt in zijn bille (=hij kan er niet aan weerstaan) (Kaprijks)
- 't Komt op een dood peerd ok gien steek meer an (=Dat kan er ook nog wel bij) (Zaans)
- 't zal aan me reet roeste (=ik kan er niet mee zitten) (Rotterdams)
- ‘k soet tuust kieërs zêën (=ik kan er nu even niet opkomen) (Kaprijks)
- alléén ne graute hond kan twei nèstë werm haage (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'r es giën uis mee 't aug'n / aag'n (=je kan er niet mee samenwerken) (Wichels)
- da kan er bij mich nie èn (=dat begrijp ik niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- da stikmech men oogen aut (=ik kan er niet aan weerstaan) (Bilzers)
- Daane kan er e pansjken oen hange (=Die kan zeveren) (Hals)
- dae hèt altijd sjaune kal (=hij kan er zich altijd mooi uitpraten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hètte slaog te pakke (=die kan er goed mee over de baan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae höbbe ze ’t leileid aangedaon (=hij kan er na lang aandringen niet meer onderuit) (Heitsers)
- dae kintj dao zoeëväöl van, as ein koe van deig traeje (=hij kan er niks van (vroeger werd zwaar deeg (rogge) met de voet gemengd)) (Heitsers)
- dat hinkmichte kael aut (=ik kan er van kotsen) (Bilzers)
- dat ken gien poch'n lied'n (=dat kan er maar net mee door) (Westerkwartiers)
- dat trèk tër nie op (=dat kan er niet mee door !) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dau kindjer gen saal op gaun (=Je kan er niet op vertrouwen) (Liedekerks)
- E kan zijn ol opslueven. (=Hij kan er een puntje aan zuigen.) (Evergems)
- e kender stuiknit af (=hij kan er niets van of een leek zijn) (Erps)
- ei kan er moo goe mei voare.... (=Hij zal er goed mee zijn) (leuvens)
- ët lik oppët tipke van mën toeng (=ik weet het, maar ik kan er nu niet onmiddellijk op komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ge bent niks wert (=Je kan er niets van) (Eindhovens)
- ge kunt er mè gièèn perse deureslaon (=je kan er geen woord tussenkrijgen) (kortemarks)
- ge kunt ter ginne stoat op moak'n (=je kan er niet op rekenen) (Brakels)
- gee vroo zoe erm of ze mok hër pennëke werm (=een pannenkoekje kan er altijd af) (Munsterbilzen - Minsters)
- graute kal vertëlle en graute heep sjijte, das al wot traut kümp opnen daog (=wat kan er in een grote mond : grote praat en grote pinten) (Munsterbilzen - Minsters)
- het lei oep men toeng (=ik kan er niet opkomen) (Antwerps)
- Hij kan zunnen drei nie kriege (=Hij kan er niet aan wennen) (Heezers)
- Hij kenter niks van (=Hij kan er niets van) (Dordts)
- Houdt je muil nou es effe dicht . i.p.v. muil kan er ook genoemd worden: bakkes, smoelwerk, smoel, pokkebek, bek(kie) , slaaiemmer, fietsenstalling (als er weinig tanden zijn) , haringkar (als iemand uit z'n mond stinkt) , rioolput (als iemand stinkt uit zijn maag) etc. (=Houd je mond !) (Utrechts)
- Ich kost ter gen kloete van (=Ik kan er niks van) (Herks)
- ich weiter gein geleît van (=ik kan er niks over zeggen, weet er niks vanaf) (Weerts)
- Ij kan er me ze verstand ni bij (=hij kan het niet geloven) (Diesters)
- ik kaen d'r mèen bedde nie bae moaken (=ik kan er niet de wacht bij houden) (Wichels)
- In de winterdag kenne ze raie over 'n panlat, en in de zeumerdag naggenies over drie bai ellef. (3x11 is een stevige houtmaat) (=Des winters komen ze rond van bijna niets, 's zomers bulken ze van het geld en kan er niets vanaf.) (Zaans)
- Je kan er niets van (=Gij bent niks wert) (eindhovens)
- jee ter ne truuk van weg (=hij kan er goed mee omgaan) (Kortemarks)
- jeet der een endje van weg (=hij kan er goed mee overweg) (Kortemarks)
- kom j'over de hond, kom j'over de steert (=dit kan er ook nog wel bij) (Westerkwartiers)
- Ne knijn kan wol goed vermenigvuldige, mér doëmét kan er nog nie goed tûlle (=tellen en tellen is 2) (Bilzers)
- ne rèeke mens es oardig ( / roar) (=iemand met veel geld kan er raar mee omspringen) (Wichels)
- stuk mien niks (=Ik kan er niet mee zitten) (Twents)
- un blind perd kan er gin schaoi doen (=het is er armoedig) (Heezers)
- un blind perd kan er gin schoaj doen (=de inboedel is armoedig) (Heezers)
- wat 'n zuurpruum! (=bij haar kan er geen lachje af) (Westerkwartiers)
- wel nooit tied hef, kan d'r nich met umgoan (=wie nooit tijd heeft, kan er niet mee omgaan) (Twents)
- werken is voor dommeriken (=ik hou van werken want ik kan er uren naar kijken) (Bilzers)
- woste nie kins, konste nie waardiëre (=wie nooit tijd heeft, kan er ook niets mee aanvangen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen