Spreekwoorden met `je me`

Zoek

13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je me`

  1. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  2. een appeltje met iemand te schillen hebben (=nog een vervelend onderwerp met iemand te bepraten hebben)
  3. een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
  4. een graantje meepikken (=meeprofiteren)
  5. een loopje met iemand nemen (=zich weinig van iemand aantrekken (die de leiding heeft))
  6. had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
  7. je meester gevonden hebben (=iemand gevonden hebben die beter is, het beter doet)
  8. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
  9. je met de borst op iets toeleggen (=iets erg vlijtig beoefenen)
  10. je met hand en tand verzetten (=je  heftig verzetten en er alles aan doen om het niet te laten doorgaan)
  11. je met iemand meten (=met iemand wedijveren)
  12. platvis eet je met de ramen open en rondvis met de ramen dicht (=m.a.w. platvis is een zomervis en rondvis is in de winter op z`n best)
  13. zo lang aardappels poten als je mest hebt (=met iets zo lang mogelijk doorgaan)

17 betekenissen bevatten `je me`

  1. alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
  2. veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
  3. gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
  4. ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
  5. dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
  6. men vangt meer vliegen met honing/stroop dan met azijn (=door vriendelijk te zijn bereik je meer bij iemand dan met lelijke woorden)
  7. goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
  8. geen hart in het lijf hebben (=geen greintje medelijden kennen)
  9. een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
  10. wie eten wil moet de kok niet beledigen. (=hou je meerdere te vriend.)
  11. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
  12. iets op de hals halen (=je met een probleem laten opzadelen)
  13. je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
  14. na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
  15. een hond is stout op zijn eigen dam. (=op bekend terrein durf je meer)
  16. Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
  17. lust je nog peultjes (=wat zeg je me daarvan!)

50 dialectgezegden bevatten `je me`

  1. a sloade mae duuëd (=al sla je me dood) (Wichels)
  2. aateréén geeste mich nog nimei kinne (=binnenkort ga je me nog niet meer herkennen) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. ai j jacht ei dank je me (=haast) (Zeeuws)
  4. Allee, jong? - Allijong? (=Wat zeg je me nou?) (Hulsters (NL))
  5. amaaj men klak (=wat zeg je me nu?) (Bilzers)
  6. amaaj mën klak ! (=wat zeg je me nu) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. Amai maan klak (=Wat zeg je me nu) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  8. amai minne frak; kust nô min kloûten (=wat heb je me daar? wat gebeurt daar zeg?) (Sint-Niklaas)
  9. amaj mne frak (=wat zeg je me daarvan) (Lichtervelds)
  10. au gae, wa zegde mae nau (=wat zeg je me nou) (Wichels)
  11. Bende gij doof ofzo? (=Kun je me niet verstaan?) (brabants)
  12. break mich de maul nie oeëpe (=als je me verplicht te antwoorden, ben ik nog niet zo zeker van de gevolgen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. da lapste mich nimei (=dat doe je me niet meer aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. das e woët van ne kilo (u) (=daar zeg je me wat) (Bilzers)
  15. das gene kal, dat zèkstë toch nie (=wat zeg je me nu) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. de bekieks mich nog erger dan ën koe wo noë den traajn kiek (=bekijk me zo niet alsof je me niet gelooft) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. de moes nen aaën aop geen maule leire trèkke (=dat hoef je me niet diets te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. deeste dat effe (kes) vër mich (=wil je me helpen) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. doede gij da evekus vor mijn? (=wil je me even helpen?) (Oudenbosch)
  20. doeë gon der twelf van èn e dozijn en dattein èn e bèssëlke (=wat je me nu vertelt, betekent ook niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. doeë heir ich tic (=nu sta je me eindelijk aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. Es te miech neet geluifs, dan maak iech diech get anges wies. (=als je me niet geloofd, dan maak ik je wat anders wijs.) (Boorsems)
  23. geudder mich no gerust lutte (=ga je me nu gerust laten) (Heusdens)
  24. haese nag wöärd! (=wat zeg je me daarvan?! (heb je nog woorden!)) (Tegels)
  25. heb ich get van dich aon? (=wat sta je me daar te begapen?) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. hëb ich mësjins get van dich aon (=wat bekijk je me zo) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. heb ich mësjuns get van dich aon (=waarom bekijk je me zo) (Bilzers)
  28. Hedde gij stront in oew oren (=Versta je me niet) (Brabants )
  29. hüb ich get vandech aon? (=wat sta je me zo te bezien?) (Bilzers)
  30. ich daar mene mond nie riere, ofte zits opmech (=als ik wat zeg, begin je me al aan te vallen) (Bilzers)
  31. Jè mé Sin Oar (=hij is gestorven) (Kortrijks)
  32. jê mê zin oar (=hij is overleden) (Kortrijks)
  33. Kist mie eem helpen? (=Kan je me even helpen?) (Gronings)
  34. kust na mijne frak! (=wat heb je me daar!) (Bornems)
  35. kust nô minnen frak (=wat heb je me daar?) (Sint-Niklaas)
  36. lêk toch nau men dum (=wat je me nu vertelt!) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. Mot je me portemonnee ook hebbe (=Als iemand iets van je wil hebben) (Rotterdams)
  38. nou schit mich een ei (=wat heb je me nu) (Neerpelts)
  39. ooorrrr je me nie!! (=niet willen luisteren) (Zeeuws)
  40. santé mijn ratse (=wat je me nou zegt) (Lovendegems)
  41. vër zoeweinig geld maus te mich van toere ës koeëme umdraeë èn de zon (=als je zo weinig betaalt, mag je me soms eens komen op een andere zijde draaien als ik op vakantie ben) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. Wa kiekte! Heb ik wa van oe àn!? (=Wat wil je? Waarom kijk je me zo aan!?) (Helenaveens)
  43. wa vingste mèr ammel aon ! (=wat steek je me allemaal uit!) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. Wat doe je bê me? (=Wat maak je me nou?) (Schevenings)
  45. Wat flik je me nou (=Wat doe je nou) (Utrechts)
  46. Wat zeg je me vandaag (=Wat gaan we doen) (Rotterdamse straattaal)
  47. Wè makte gij nou klaor? (=wat maak je me nu?) (Bosch)
  48. wè mòkte me naa tòch! (=wat lever je me nu toch!) (Tilburgs)
  49. wo zek dje mich noo (=wat zeg je me nu) (St Huibrechts-Herns)
  50. wor zijn! (=wat zeg je me nu!) (`t-Heikes)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen