35 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ikke`
- afwijzend beschikken op (=het verzoek weigeren)
- binnen mikken zijn (=geborgen zijn)
- de verzenen tegen de prikkels slaan (=zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is)
- een bittere pil slikken (=grote moeite ergens mee hebben)
- een dikke huid hebben (=veel kunnen verdragen)
- een graantje meepikken (=meeprofiteren)
- een knorhaan pikken (=een dutje doen)
- een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
- er is klei aan de kloet/knikker (=er is iets mis)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- iemand de hielen likken (=erg onderdanig of nederig tegen iemand doen)
- iemand op de vingers tikken (=een standje geven, berispen)
- iets aan de knikker zijn (=iets niet in orde of aan de hand zijn)
- iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
- iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
- in der minne schikken (=zonder verder geruzie bijleggen)
- je een aap schrikken (=erg schrikken)
- je een hoedje schrikken (=enorm schrikken)
- je het apelazerus schrikken (=heel heftig schrikken)
- je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
- je woorden inslikken (=niet uitspreken)
- met knikkende knieën (=erg zenuwachtig zijn voor iets)
- niet om de knikkers, maar om het spel (=het gaat niet om het winnen, maar om het spel)
- op de kop tikken (=voor een goede prijs iets kopen)
- ruiten tikken (=inbreken)
- ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
- tegen iets aanhikken (=met tegenzin doen)
- van de kapittelstok likken (=ervan lusten)
- verkikkerd zijn (=dol zijn op iemand/iets of verliefd zijn op iemand)
- vinger en duim naar iets likken (=iets erg graag lusten)
- vingers en duimen aflikken (=iets erg graag lusten)
- weten van kikken noch mikken (=nergens van weten)
- zitten als een kikker op een kluitje (=zonder enige bewegingsruimte)
- zonder blikken of blozen (=onbeschaamd, zonder zich iets van anderen aan te trekken)
34 betekenissen bevatten `ikke`
- de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
- dat is een alikruik van een vent. (=dat is een kleine dikke man.)
- de koorts/stuipen op het lijf jagen (=doen schrikken)
- recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
- je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
- groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
- een Uriasbrief (=een brief waarin een verschrikkelijk bericht staat)
- een visje verschalken (=een kleinigheid meepikken)
- één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
- aan de rem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)
- het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
- een leven als een oordeel (=een verschrikkelijk lawaai)
- je een hoedje schrikken (=enorm schrikken)
- ergens met lood in de schoenen naar toe gaan (=er verschrikkelijk tegen opzien)
- je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
- je een aap schrikken (=erg schrikken)
- de haren ten berge (doen) rijzen (=ergens erg van (doen) schrikken)
- er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
- pas op de plaats maken (=geen voortgang maken. Geen groei of ontwikkeling doormaken)
- je het apelazerus schrikken (=heel heftig schrikken)
- de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
- het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
- iemand de stuipen op het lijf jagen (=iemand erg laten schrikken en/of bang maken)
- een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
- omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
- waar het paard aangebonden is moet het vreten (=men moet zich naar de omstandigheden schikken)
- er gaan veel makke schapen in een hok (=met inschikkelijke mensen is meer mogelijk)
- de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
- veel in huis hebben (=over veel capaciteiten beschikken)
- tegen de vleug strijken (=prikkelen, boos maken)
- er warmpjes bijzitten (=veel geld hebben, over ruime financiële middelen beschikken)
- van de nood een deugd maken (=zich naar de omstandigheden schikken)
- voor de drang der omstandigheden zwichten (=zich naar de omstandigheden schikken)
- de hakken in het zand zetten (=zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen)
4 dialectgezegden bevatten `ikke`
- hèdde gè dè gezien ikke nie, gij wèl (=heb jij dat gezien Ik niet, jij wel) (Tilburgs)
- ikke pikke porrek'n de mieëster eet e snorrek'n, de mieëster eet een sjiek (sik) af bennekik (=aftelrijmpje) (Meers)
- irst ikke èn de rèst kan stikke! (=ik zorg eerst voor mezelf!) (Tilburgs)
- tè an ikke (=het is aan mij) (Harelbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen