Spreekwoorden met `het uit`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het uit`

  1. al moesten de kraaien het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
  2. al zouden de raven het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
  3. alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
  4. de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
  5. de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
  6. het uitmaken (=een relatie beëindigen)
  7. het uitproesten (=in een plotse lachbui schieten)
  8. het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)

9 betekenissen bevatten `het uit`

  1. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  2. de kap maakt de monnik niet (=aan het uiterlijke kan men het innerlijke niet beoordelen)
  3. het oog wil ook wel wat (=het uiterlijk van iets speelt ook een rol)
  4. het onderste uit de kan willen (=het uiterste willen)
  5. een vogel kent men aan zijn veren (=het uitwendige zegt ook iets over de aard, het karakter)
  6. aan de schors blijven hangen (=iemand of iets alleen op het uiterlijk beoordelen)
  7. tot de tanden gewapend (=tot het uiterste bewapend)
  8. wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
  9. alles op alles zetten (=zich tot het uiterste inspannen om iets te bereiken)

18 dialectgezegden bevatten `het uit`

  1. (je ken) aan het gas, hebbie licht gratis (=Je kunt het bekijken / zak erin / zoek het uit / val dood) (Utrechts)
  2. a 'k ut uut ae (=als ik het uit heb) (Zeeuws)
  3. As de liefde din és, zieste de faute heil graut (=als het uit is....) (Bilzers)
  4. astablieft: sech, astablieft é (=zeg, laat het uit he) (Lebbeeks)
  5. bekiek 't ow maor (=zoek het uit) (Achterhoeks)
  6. dalijk breekt de pleuris uit (=straks loopt het uit de hand) (Rotterdams)
  7. Die haarlemmerdijkies laot je maar uit je groate kop ! (=Je flikt het mij niet hoor, je laat het uit je hoofd !) (Utrechts)
  8. hae zoeg et nimei zitte (=de blinde was het uit het oog verloren) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. hij kent het uit zanen dowam (=hij kent het van buiten) (Nijlens)
  10. hij schreewde moord en braand (=hij brulde het uit) (Westerkwartiers)
  11. je roept lik vermord (=hij schreeuwt het uit) (Kortemarks)
  12. k' emmer overgekeken (=ik ben het uit het oog verloren) (Erps)
  13. ken't skele juh (=wat maakt het uit) (Leewarders)
  14. stikt er joen Latien nie in (=doe geen moeite (om het uit te leggen) ) (Roeselaars)
  15. tès ès tid ta tut é (=het is tijd dat het uit is) (Harelbeeks)
  16. Vent/wijf zak in mekaor ! (=krijg de pest / zoek het uit / 't is goed met je) (Utrechts)
  17. wie zuut ' t oet (=hoe ziet het uit) (Mestreechs)
  18. Zoek het uit , bekijk het (=Val in de knup) (Wijchens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen