2030 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `er`
- `s Lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
- `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
- aalmoezen geven verarmt niet (=van een aalmoes te geven wordt men zelf niet armer)
- aan Bacchus offeren (=te veel alcoholhoudende drank nuttigen)
- aan de beterende hand zijn (=langzaam genezen, herstellen)
- aan de beterhand (=genezend, herstellend)
- aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
- aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
- aan de Turken overgeleverd zijn (=slecht behandeld, bedrogen, mishandeld worden)
- aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
- aan de weg timmeren (=veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing te bewerkstelligen)
- aan de zwabber zijn (=een onbezorgd leventje leiden)
- aan de zwier zijn (=uitgaan, drinken)
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
- aan het andere eind van de wereld (=heel ver weg)
- aan het eind van zijn akker zijn (=het geld is op)
- aan het roer zitten/staan (=de leiding hebben)
- aan het verkeerde kantoor zijn (=iemand die je niet kan helpen)
- aan het verstand brengen (=duidelijk maken)
- aan lager wal geraken (=fortuin verliezen; arm en berooid worden)
- aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
- aan zijn gerief komen (=vinden wat men nodig heeft (inz. seksuele behoeften))
- aan zijn snoer rijgen (=tot volgeling maken)
- aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
- acht is meer dan duizend (=voorzichtig zijn is het belangrijkste. (woordspeling: acht=`let op` niet `8`))
- achter de coulissen kijken (=de echte toestand zien (ontdekken))
- achter de gordijntjes smullen (=in stilte opeten)
- achter de kiezen hebben (=opgegeten hebben)
- achter de knopen hebben (=opgegeten hebben)
- achter de puttings overboord vallen (=reddeloos verloren zijn)
- achter de rug om gaan (=iets stiekem doen)
- achter de rug zijn (=voorbij zijn)
- achter de schermen (=daar waar men het niet ziet)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- achter de schermen kijken (=kijken waar men normaal niet kan of mag kijken)
- achter de tralies (=opgesloten)
- achter de veren zitten (=opjagen)
- achter de vodden zitten (=opjagen)
- achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter)
- achter het net vissen (=een kans missen)
- achter iemand zoeken (=iemand kwaad proberen te doen)
- achter iets zitten (=er de oorzaak van zijn)
- achter slot en grendel (=opgesloten)
- achterin de fuik zit de paling (=je moet geduld hebben)
- achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- achterom is kermis (=gezegd als voorlangs niet de voorkeur heeft)
- achteruit gaan als een hollend paard (=snel terrein verliezen)
- achteruit zeilen (=slechter worden)
- ad interim (=tijdelijk - tussentijds) (Latijn)
3393 betekenissen bevatten `er`
- distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- de vaan van de opstand planten (=`n opstand verwekken)
- van de nacht een dag maken (=`s nachts werken)
- de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
- de wijde wereld ingaan/intrekken (=(onbezorgd) op reis vertrekken)
- naar iemands pijpen dansen (=(onderdanig) alles doen wat iemand vraagt)
- de baron spelen (=(onterecht) baas spelen)
- met zijn gat in de boter vallen (=(onverwacht) goed terechtkomen)
- met zijn neus in de boter vallen (=(Onverwacht) goed terechtkomen)
- een groentje zijn (=(ook: Groen als gras zijn. ) ergens nog geen ervaring mee hebben)
- op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
- aan de fep zijn (=(overmatig) drinken)
- in de ijskast zetten (=(tijdelijk) niet uitvoeren)
- in de schoenen schuiven (=(vaak onterecht) beschuldigen)
- het smelt als boter in de mond (=(van eten) het is erg mals)
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- Abraham gezien hebben (=50 jaar of ouder zijn)
- wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
- aan de vruchten kent men de boom (=aan de nakomelingen kent men de ouders)
- aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden / beloven, maar steeds weer uitstellen)
- aan de lopende band (=aan één stuk door; steeds maar weer)
- aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
- de kap maakt de monnik niet (=aan het uiterlijke kan men het innerlijke niet beoordelen)
- in het getouw (=aan het werk)
- in het gareel spannen (=aan het werk zetten)
- van de daken schreeuwen (=aan iedereen luid kenbaar maken)
- je hart uitstorten (=aan iemand alles (in vertrouwen) vertellen)
- plat op de buik gaan (=aan iemand toegeven, zich overleveren)
- van een mooi bord kun je niet eten (=aan uiterlijk alleen heb je niets)
- aan beurt komen (=aan werk geraken)
- ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
- in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
- op de grote trom slaan (=aandacht proberen te krijgen voor diens zaak)
- het oor scherpen/spitsen (=aandachtig luisteren)
- aan iemands lippen hangen (=aandachtig luisteren)
- aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
- kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
- werelds goed is eb en vloed (=aardse goederen komen en gaan)
- je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
- op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
- zo zeker als tweemaal twee vier is (=absoluut zeker)
- als de ganzen (=achter elkaar op een rijtje)
- van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- het op de klompen aanvoelen (=achterafgepraat - Dat had men kunnen weten)
- het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
- je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
- de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
50 dialectgezegden bevatten `er`
- `Daor eur ik joe, `zee dove Jouk, en toen leup er een muus mit de klompen an over de zolder. (=Oost-Indisch doof) (Giethoorns)
- `In zien vel, es er nog neet geströp is!! ` (=antwoord op de vraag `waar is die en die persoon?? `) (Steins)
- ' T is gjeene njeemer ee (=Dit kan er nog wel bij) (maldegems)
- 'j es zijn kluutn goan schuurn (=hij loopt weg als er moet gewerkt worden) (Knesselaars)
- 'k begunt 't oentziën (=ik begin er tegenop te zien) (Veurns)
- 'k ben d'r zat van (=ik heb er genoeg van) (Westerkwartiers)
- 'k è d'er gieën attensj'op gedaan (=ik heb er niet goed op gelet) (Kaprijks)
- 'K eedre myn'n beuk van vul (=Ik heb er genoeg van) (Harelbeeks)
- 'k en der hoeste in (=Ik heb er zin in) (West-Vlaams)
- 'k ging 'er hen met lood ien 'e schoen'n (=ik ging er bang naar toe) (Westerkwartiers)
- 'k heb 't er alle vertrouw'n ien (=ik denk dat het wel goed zit) (Westerkwartiers)
- 'k heb d'r kant oaregheid aan (=ik beleef er veel plezier aan) (Westerkwartiers)
- 'k heb d'r nou mien nucht van!! (=ik heb er nu genoeg van!!) (Westerkwartiers)
- 'k heb last van mien liekdoor'n (=er is regen op komst) (Westerkwartiers)
- 'k heb ut dr neergelegen! (=Ik heb het er neergelegd!) (Rotterdams)
- 'k hère genoeg van (=Ik heb er genoeg van.) (Brakels)
- 'k kraeg er et vliegend schaet van (=ik kan dat niet verdragen) (Leefdaals)
- 'k kreeg er de rittepetite van (=ik kreeg het op mijn heupen) (Gents)
- 'k lust er wel schoenen met lakneuzen van (=iets lekker vinden) (Rotterdams)
- 'k mag er nie goed op (ô) peizen (=als men vreest dat iets verkeerd gaat aflopen) (Sint-Niklaas)
- 'k meuë't nie gedriuëmd-ên (=ik mag er niet aan denken) (Kaprijks)
- 'k oentzieënt (=ik zie er tegenop) (Veurns)
- 'k oentzieënt (=ik er tegen op) (Veurns)
- 'k oentzient (=ik zie er tegen op) (Veurns)
- 'k Schieen der uit (=Ik stop er mee) (Bevers)
- 'k vernem d'r niks van (=ik merk er niets van) (Westerkwartiers)
- 'k verstaon er gien kneit van (=ik versta er niets van) (Antwerps)
- 'k versteun er gien kloette van (=ik begrijp er niets van) (Leefdaals)
- 'k Verstoa d'er nietekloat'n van. (=Ik versta er niets van.) (Zwevegems)
- 'k verstoan der den utsekluts van
'k verstoan der de kloten van (='k versta er niks van) (Poperings)
- 'k verstoan dr gin klootn van (=ik begrijp er niets van) (Ostêns)
- 'k verston der de balle van (=ik versta er niets van) (Brechts)
- 'k verston der pot noch gat van (=ik begrijp er niets van) (Veurns)
- 'k weed-er gieënn blijf mee (=ik kan er geen weg mee) (Kaprijks)
- 'k worde bolourde (=ik word er doof van) (Ledegems, Kappels)
- 'k zal a een zwing geven (=ik zal er u van langs geven) (Meers)
- 'k zal er gieën'n troan om loaten (=ik zal het / hem / haar totaal niet missen) (Wichels)
- 'k zeg maar niks / antwoord: / Maor God hoort ju bromme . (=ik zeg maar niets.. en dan antwoordt de ander: (maar je denkt het er het jouw van)) (Utrechts)
- 'k Zen 't zat! (=Ik heb er genoeg van!) (Essens)
- 'k zen d'r gaire boa! (=Ik ben er graag bij, ben graag van de partij) (Willebroeks)
- 'k zen es voejts (=Ik ben er eens vandoor) (Schunnebroecks)
- 'k zij t'ende (=ik zit er doorheen) (Brakels (gld))
- 'k zit er deure (=ik ben bekaf / doodmoe) (Waregems)
- 'k zit-er viuër niets tjusn (=ik heb er niets mee te maken) (Kaprijks)
- 'k zitte stroop (=ik kom er niet doorheen) (Waregems)
- 'k zitte vaste (=ik zit opgesloten, ik kom er niet uit) (Waregems)
- 'Keedre myn'n beuk van vul (=Ik heb er genoeg van) (Harelbeeks)
- 'n gezicht wi-j 'n hinnevot (=er bleek uitzien) (Weerts)
- 'n kôw lektj gein vreemdje kaover (=als iemand voor de 2e keer trouwt en er al kinderen zijn) (Weerts)
- 'n Snee pap mi 'n hoondenaa (=Op de vraag `wat gaan we eten` indien er niets is) (Bevers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen