Spreekwoorden met `en en`

Zoek


98 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `en en`

  1. aan handen en voeten gebonden zijn (=geen kant op kunnen)
  2. aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
  3. Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
  4. alles op haren en snaren zetten (=alle middelen aanwenden / alles in het werk stellen)
  5. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  6. als Ieren en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte)
  7. als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
  8. alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
  9. apen en beren op de weg zien (=bezwaren zien)
  10. beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
  11. boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
  12. boter op je hoofd smeren en droog brood eten. (=in de war zijn.)
  13. daar geboren en getogen (=daar geboren en opgegroeid)
  14. daar steekt meer in dan een enkele panharing (=daar zit meer achter)
  15. daar zitten nogal wat haken en ogen aan (=er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken)
  16. dat horen en zien je vergaat (=erg luid)
  17. dat zijn twaalf eieren en dertien kuikens. (=een meevaller)
  18. de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
  19. de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
  20. de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
  21. denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
  22. dwazen en gekken schrijven hun namen op deuren en hekken (=dwazen doen gekke dingen)
  23. een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
  24. een wet van Meden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit mag worden afgeweken)
  25. er gezoden en gebraden liggen. (=ergens heel vaak zijn)
  26. er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan (=aan alles komt een einde)
  27. er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
  28. er komen met krabben en bijten (=er met heel veel moeite komen)
  29. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  30. eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
  31. gasten en vis blijven maar drie dagen fris. (=je moet als gast niet te lang blijven.)
  32. geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
  33. gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
  34. gewogen en te licht bevonden (=na onderzoek afgekeurd zijn)
  35. groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
  36. haken en ogen geven (=iets heeft veel moeilijkheden)
  37. het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
  38. het heen en weer krijgen (=diarree krijgen - vooral gezegd van iets dat helemaal niet bevalt)
  39. het is altijd rouwen en trouwen (=het leven is een afwisseling van goede en slechte tijden)
  40. het kan vriezen en het kan dooien (=het kan alle kanten uit gaan)
  41. het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
  42. het leven is meer dan eten en drinken. (=alleen eten en drinken vult geen leven.)
  43. het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
  44. het staat geschreven en gedrukt je moet krabben waar het jeukt (=problemen bij de bron aanpakken)
  45. hoeren en dieven, met geld zijn zij mijn gelieven (=met geld krijg je vrienden)
  46. horen zien en zwijgen (=wel waarnemen, maar er verder niets van zeggen)
  47. iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
  48. iemand kunnen verraden en verkopen (=iemand veel te slim af zijn)
  49. iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
  50. iets in geuren en kleuren vertellen (=iets zeer uitvoerig en gedetailleerd vertellen)

151 betekenissen bevatten `en en`

  1. werelds goed is eb en vloed (=aardse goederen komen en gaan)
  2. het leven is meer dan eten en drinken. (=alleen eten en drinken vult geen leven.)
  3. alles op het spel zetten (=alles inzetten en mogelijk alles verliezen)
  4. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  5. alles door het halsgat jagen (=alles opmaken aan eten en drinken)
  6. een oude rot in het vak (zijn) (=alles van het vak afweten en alles weten hoe te doen)
  7. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
  8. een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
  9. onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
  10. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  11. van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en drinken)
  12. er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
  13. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  14. daar geboren en getogen (=daar geboren en opgegroeid)
  15. iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
  16. de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
  17. een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
  18. het rijk alleen hebben (=doen en laten wat je wil)
  19. de bezem uitsteken (=doen en laten wat men wil als de baas of leidinggevende er niet is)
  20. de wal keert het schip (=door beperkingen enigerlei niet verder kunnen)
  21. een Babylonische spraakverwarring (=door elkaar spreken zonder naar elkaar te luisteren en elkaar niet verstaan)
  22. gierigheid is de wortel van alle kwaad (=door gierigheid ontstaan er veel problemen en is er veel ellende in de wereld)
  23. door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
  24. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  25. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  26. groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
  27. de schepen achter zich verbranden (=een beslissing nemen en niet meer terug kunnen)
  28. een rots in de branding (=een persoon waarop je kunt vertrouwen en die je steunt.)
  29. een sprong in het diepe wagen (=een risico nemen en iets nieuws proberen.)
  30. iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over iemand uiten)
  31. je woorden kauwen (=eerst nadenken en dan pas spreken)
  32. er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
  33. iemand het zwijgen opleggen (=er met niemand over mogen praten en niemand iets mogen vertellen)
  34. er muziek in zitten (=er veel van kunnen verwachten en/of plezier van beleven)
  35. iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
  36. voor anker gaan (=ergens gaan wonen en langer verblijven)
  37. er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
  38. dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
  39. de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
  40. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  41. aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
  42. geen been hebben om op te staan (=geen enkele verantwoording kunnen geven)
  43. het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
  44. praten als Brugman (=gemakkelijk mensen kunnen overtuigen en vlot en boeiend kunnen vertellen)
  45. het zat zijn (=genoeg ergens van hebben en er geen zin meer in hebben)
  46. je natje en je droogje lusten (=graag eten en drinken)
  47. steen en been vriezen. (=heel hard vriezen (alles wordt zo hard als steen en botten))
  48. van hot naar haar (=heen en weer)
  49. zwijgen als het graf (=helemaal niets zeggen en/of totaal niets over iets vertellen)
  50. huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)

11 dialectgezegden bevatten `en en`

  1. as ne knijn reik noë stront, dan zoettër èn ën hin hër kont (=een konijn lust wel eens een kippetje) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. dae geet liever daud èn ën grien bloemehiëfke, as èn nen dorre strauk (=de oude man huwde met een veel jongere vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. de bèste vroo ès ën mëdam op stroët, ën prinses èn de kiëke en ën hoer ènt bèd (=een vrouw moet haar rol kunnen spelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. ë spier stroj ès mès en ën sent ès viël geld (=wie het kleine niet eert...zal nooit rijk worden) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. èn ën franse klaer sjieëtë (=zich kwaad maken (in woorden)) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. gëlèkkëg nauwjoêr, ne kop vol hoêr, ne mond vol taaên en ën goej pint èn zën haaên (=gelukkig nieuwjaar, een hoofd vol haar, een mond vol tanden en een goede pint in je handen) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. Hulte, dès mar twee hèùze èn en musseklèm. (=Hulten, dat is maar een klein gehucht.) (Tilburgs)
  8. J'eet da verkoch vwur 'n appl' en en ei (=Hij heeft dat verkocht onnder de waarde) (Harelbeeks)
  9. schuifelaars (fluiters) en en geen geld (=schijn bedriegt) (Waarschoots)
  10. vérke zin te beklaoge mét ne baer van ne pa en ën zoëg van ën ma (=je bent niet verantwoordelijk voor je afkomst) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Zikkom is nog nait haalf en en kou is nog gain kaalf. (=Bijna is niet helemaal, bv als je iets bijna af hebt en het duurt te lang) (Oldambsters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen