2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `een vrouw`
- een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uitspraak)
- een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
7 betekenissen bevatten `een vrouw`
- de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
- eén onderrok trekt meer dan twee paarden. (=de invloed van een vrouw is heel sterk)
- een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
- het ei met de kip krijgen (=een vrouw getrouwd met een kind trouwen)
- vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
- een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
- met de linkerhand trouwen (=huwen met een vrouw van lagere adelstand)
50 dialectgezegden bevatten `een vrouw`
- 'n balg vol jongn jaagn (=een vrouw bevruchten) (Twents)
- 'n vrouwehand en 'ne paerdstand staon noeëts stil (=een vrouw is altijd bezig met een werkje) (Weerts)
- 't go wel e schele rechte kieken (=geraakt wel aan een vrouw) (Veurns)
- 't is mer 'n ertje op e plenkske (=een vrouw met kleine borsten) (Weerts)
- aon ze gerief koëme (=aan een vrouw geraken) (Bilzers)
- As 'n wief op n orgel spoalt kump d`r gen geluid oet (=als een vrouw orgel speelt komt er geen muziek uit.) (Twents)
- aste 'naen' zèks tieëge een vroo, dan hëbste de vroeëg nie goed begrieëpe (=pas op als je niet luister naar een vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau ne wil és, ésne waeg (=een vrouw kan je moeiteloos zover krijgen, dat ze ook doet wat ze zelf allang wilde) (Bilzers)
- cinema verniet (=wanneer je een vrouw haar slip kan zien) (Bornems)
- d'n oetgank doon / maken (=Zegening van een vrouw die pas bevallen is. Eerste kerkgang na de bevalling.) (Steins)
- da pakmech op menen ojem (=de kleding van een vrouw past perfect als het de mannen de adem afsnijdt) (Bilzers)
- Dao zeen manskaerels diej ein wolk van ein vrouw höbbe. Es diej dus ins weg is sjientj de zón! (=Er zijn mannen die een wolk van een vrouw hebben. Wanneer die dus weg is schijnt de zon!) (Kinroois)
- das ien van de sinkse foeir (=een vrouw met gezichts haar begroeiing) (Buggenhouts)
- de bèste vroo ès ën mëdam op stroët, ën prinses èn de kiëke en ën hoer ènt bèd (=een vrouw moet haar rol kunnen spelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hoês geen heil koe te kope aste on e glaos mëlk genoeg hëbs (=haal je niet zomaar een vrouw in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
- de koe méttet kaaf kope (=trouwen met een vrouw die al moeder is) (Munsterbilzen - Minsters)
- de konijntses stoan mee uldere neuze tegen den droad (=een vrouw wiens tepels door haar kledij priemen) (Gents)
- dei verjoet nemi (zij is niet meer jarig) (=als een vrouw er heel oud uit ziet) (tervurens)
- den ekst' r zit ooge (=een vrouw met lange benen) (Iepers)
- di-j hieët ' t roeëd moos op staon (=wordt gezegd als een vrouw ongesteld is) (Weerts)
- Die hee nogal poeuten ongder heure pisbak (=een vrouw met lange, mooie benen) (Turnhouts)
- Die heure kop in e keldergat en der komt giejen kat mer binne. (=Wordt gezegd van een vrouw met een lelijk gezicht.) (Ransts)
- diej is goe verzien van woare en pwoate (=een vrouw die goed voorzien is van borsten en benen) (Brechts)
- e vra met ere mensj (=een vrouw met een man (let op dit gaat over Aalst bij Eindhoven!) ) (Aalsters)
- een aa koar (=een vrouw die alles bewaart en niets kan wegdoen) (Sint-Niklaas)
- Een fraue hef zolt water uut de kettel in 'n bäkkie of pöttie edaone. (=een vrouw heeft zout water uit de ketel in een bakje of potje gedaan.) (Sallands)
- Een goei djoeb (=een vrouw die haar hart op haar handen heeft) (Walshoutems)
- een leugenas (=een vrouw die liegt) (Sint-Niklaas)
- een levende weeve (=een vrouw wiens echtgenoot voor lange en / of onbepaalde tijd weg is) (Lokers)
- een modepop (=een vrouw die altijd modieus gekleed is) (Sint-Niklaas)
- Een stroontmadam (=een vrouw met streken die denkt dat ze beter is als anderen) (Herentals)
- een zunege vrouw is de beste spoarpot (=het is een zegen een vrouw te hebben die met geld kan omgaan) (Westerkwartiers)
- eerst 't kooike kloar, dan 't vogeltje d'r ien (=eerst voor een onderkomen zorgen, dan een vrouw zoeken) (Westerkwartiers)
- Ein grièze doèf (=een vrouw met grijze haren) (Venloos)
- Ein vrouw diej wiltj aafvalle mót mètdoon aan miss-verkezinge. Den heet ze kans det ze al es ieëste aafviltj! (=een vrouw die wil afvallen moet meedoen aan de miss-verkiezingen. Dan heeft ze kans dat ze reeds als eerste afvalt!) (Kinroois)
- Ein vrouw mót altied good naodinke veur det ze zwiegtj! (=een vrouw moet altijd goed nadenken voor dat ze zwijgt!) (Kinroois)
- èn oere lik e pèèrd (=een vrouw die veel van partner wisselt) (Iepers)
- ën proem ès rapper rijp dan ën eekel (=een vrouw komt rapper klaar dan een man) (Munsterbilzen - Minsters)
- ën vroo hèt vier lippe, twei vër riezing te maoke en twei vër ët wier goed te maoke (=een vrouw heeft buiten de lippen die kwaad maken nog 2 extra lippen om alles goed te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- eur tetten angen op euren rug; zee twee punijzen (=een vrouw met zeer kleine of bijna geen borsten) (Sint-Niklaas)
- freulle trip (zierikzee (=een vrouw met allure) (Zeeuws)
- goo verzeen van uure en puute (=een vrouw met prominente vrouwelijke kenmerken) (Brussels)
- hinne daaj kraeë en vrolaaj daaj flete, zin geen goej (=een vrouw moet geen mannenmanieren aannemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hoar op 'n diek (=een vrouw in zicht) (Eibergs)
- ich hëb geen iëzëlke wo geld sjit, mér waol ë luksepiëd wottët opmok (=zeg nooit te gauw, 't is weer een vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
- iej kuent heur vuur poas'n en peekstern kiek'n (=als je een vrouw onder de rok kon kijken) (Rijssens)
- Ien me veurwielaondraaiving (=een vrouw met zware borsten) (Antwerps)
- juh, daar loop een buik met benen (=een vrouw die zwanger is) (Leids)
- Kiek duir, achtor die piluir, dà wief mè rooie huir! (=Kijk daar, achter die pilaar, een vrouw met rood haar) (Arnhems)
- kiek mér goed aut zën koetër eistë ë vroomësop tich trèks (=let maar goed op eer je je aanlegt met een vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen