Spreekwoorden met `boezem`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `boezem`

  1. de hand in eigen boezem steken (=zijn eigen fout inzien)
  2. een adder aan zijn borst/boezem koesteren (=iets doen voor een ondankbaar iemand)

30 dialectgezegden bevatten `boezem`

  1. 't is veele volk in de stoasje: gezegd van een weelderige boezem (=er is veel volk in de statie) (Klemskerks)
  2. Da vramens ee veel volk in de stoase (=Die jongedame heeft een stevige boezem) (aalters)
  3. Daa ie nogal nen balkon (=Die heeft een grote boezem) (leuvens)
  4. daaj ès goed verzien van aure en paute (=die heeft een zware boezem) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. daaj hèt ne ferme viërgaevel (=die heeft nogal een zware boezem) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. de breudses liggen veur 't veinster (=een welgevormde boezem) (Gents)
  7. de haand ien eig'n boezem steek'n (=toegeven dat je fout zat) (Westerkwartiers)
  8. de joeng gon auttet nès valle (=de boezem dreigt eruit te glippen) (Bilzers)
  9. die haet ‘ne sjoeëne berm väör de däör staon (=zij heeft een flinke boezem) (Heitsers)
  10. die haet flink get op ‘t sjaap (=zij heeft een flinke boezem) (Heitsers)
  11. die haet flinke kneen inne bloes (=zij heeft een flinke boezem) (Heitsers)
  12. die is good gefuusdj (=zij heeft een flinke boezem) (Heitsers)
  13. flink wames (=grote boezem) (Nunûms)
  14. gestijp en gesteit (=puntige boezem) (Bilzers)
  15. Hedde die hurren uijer al bekéé'e (=Heb je haar boezem al gezien) (Lommels)
  16. heure kommisveu (=haar boezem) (Rillaars)
  17. Miljaar, daaj hét viël braud opte plank ligge (=Wow, wat een boezem) (Bilzers)
  18. ne fermen vaveuren (=een mooie boezem) (Moes)
  19. ne gruute balkon (=een goedgevulde boezem) (Gents)
  20. nen redelijkn gardeboe (=een grote boezem) (Kaprijks)
  21. oeër'n: Goe verzien van oeër'n en poeët'n (=Weelderige boezem hebben) (Lebbeeks)
  22. ter stoat vele volk vo de staosje (=een vrouw met een flinke boezem) (Ostêns)
  23. veej vowk in de stoasse (=een weelderige boezem) (Kaprijks)
  24. veel volk an de stoase (=grote boezem) (Gents)
  25. veel volk in de stoase (=een goed gevulde boezem) (Gents)
  26. ze hé nogal e vurkommen (=ze heeft een grote boezem) (Lommels)
  27. ze hee veul volk in de stoase (=ze heeft een zware (dikke) boezem) (Heist-op-den-Berg)
  28. zee ne groîtn balkong (=ze heeft een weelderige boezem) (kortemarks)
  29. zee veel broîd up de planke (=ze heeft een grotre boezem) (Lichtervelds)
  30. zis goed voîrzien van poîtn en oîrn, zis welbesteld (=ze heeft een grote boezem) (Kortemarks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen