7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `april`
- als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
- april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- op de eerste april zendt men de gekken waar men wil (=op 1 april worden grappen uitgehaald)
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
3 betekenissen bevatten `april`
- april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- op de eerste april zendt men de gekken waar men wil (=op 1 april worden grappen uitgehaald)
6 dialectgezegden bevatten `april`
- aprîl kaod en naat, völtj zak en vaat (=weerspreuk) (Weerts)
- As 't regent in mei, dan is april alweer veurbij (=weerspreuk) (Drents)
- een dreuge meert en een natte april is noar de boer zn wil (=een droge maart en ee natte paril is naar de boer zijn wil) (Doornspijks)
- op ein aprîl zetj m'n alle gekke oppen drîl (=weerspreuk) (Weerts)
- wae dikke baune wilt aete, moet ze èn april nie vergaete (=tijdig bonen planten!) (Munsterbilzen - Minsters)
- wat èn Mieët nie vult, ès doeër april nog wol gewuld (=hetgeen in maart niet valt, neemt april gewillig over) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen